Tabellen en grafieken > Tabellen
123456Tabellen

Voorbeeld 3

De ANWB biedt een autoverzekering aan.
Hier vind je de bonus/malus-regeling voor de berekening van de premie voor deze autoverzekering. Ga uit van een basispremie van € 1000. Een beginnende automobilist start op trede 4.

Als je deze autoverzekering per 1 januari 2002 hebt afgesloten, hoeveel premie betaal je dan in 2008 als je in 2006 twee keer een schade hebt geclaimd? Hoeveel verschil maakt het als je beide schades niet claimt?

> antwoord

In 2002 zit je op trede 4. Ga na dat je in 2006 dus op trede 8 zit.
Je claimt twee schades, dus je zakt naar trede 3 in 2007.
In 2008 zit je dan weer op trede 4 en betaal je (met 35% korting) € 650.

Zonder claim zou je in 2008 op trede 10 zitten en (met 70% korting) € 300 betalen, dat is 350 euro minder.
Maar het verschil is nog veel groter, want in 2007 heb je 800 euro betaald en zonder claimen zou dat 350 euro zijn geweest. Dat scheelt nog eens 450 euro. En ook in de jaren na 2008 betaal je meer dan zonder claimen: in 2009 betaal je 300 euro meer, in 2010 ook 300 euro, in 2011 nog 250 euro, enzovoorts. Pas in 2016 ben je op de maximale no-claim-korting.
Ga na dat je in totaal € 2150 meer betaalt door te claimen.

Opgave 6

In Voorbeeld 3 tref je de bonus/malus regeling bij een autoverzekering van de ANWB aan. Je hebt deze verzekering afgesloten op 1 januari 2002.

a

Hoeveel betaal je in 2008 als je geen schade hebt geclaimd in de tussenliggende jaren?

b

Hoeveel premie heb je dan in totaal betaald?

c

In 2008 claim je vanwege een schadegeval € 1800. Hoeveel kost je die schadeclaim uiteindelijk?

Opgave 7

In een kruistabel zet je twee grootheden tegen elkaar uit. Bijvoorbeeld het geslacht en de manier waarop je naar school komt. Stel je bijvoorbeeld voor dat in een klas van 30 leerlingen in 4 havo wordt gevraagd aan te geven hoe ze naar school gaan: lopend, fietsend of anders. Van de 17 meisjes komen er 4 lopen en vullen er 6 de categorie "anders" in. Van de jongens vullen er 5 "fietsend" in. In totaal zijn er 7 leerlingen die "lopend" invullen.

a

Vul de gegevens uit de tekst hierboven op de juiste plaatsen in de tabel in.

b

Maak nu de tabel verder af.

c

Hoeveel jongens gaan er in die klas lopend naar school?

d

Welk deel van de leerlingen die naar school fietsen bestaat uit meisjes?

verder | terug