Tabellen en grafieken > Procenten
123456Procenten

Uitleg

De consumenten prijsindex alle huishoudens (CPI) die het CBS berekent geeft de gemiddelde prijsverandering weer van goederen en diensten die huishoudens aanschaffen. De CPI is een voorbeeld van het werken met procenten.
Het jaar 2000 is het indexjaar, de totale prijs van de 1600 artikelen en diensten waarvan het CBS de prijsontwikkeling volgt wordt aan het begin van het jaar 2000 op 100 gesteld, zeg maar 100% genoemd. Vervolgens wordt berekend hoeveel die totale prijs aan het begin van een ander jaar is en uitgerekend met hoeveel procent hij is gestegen of gedaald t.o.v. de prijs in 2000. Dat is het indexcijfer voor dat jaar.

Je ziet dat voor 2006 het indexcijfer 114,4 bedraagt. De prijzen zijn dus gemiddeld voor de consument met 14,4% gestegen t.o.v. die in 2000.

De prijsstijging t.o.v. 2005 reken je zo uit: de toename is 114,4 - 113,1 = 1,3 en dat is het 1,3 113,1 deel van 113,1.
Uit deze deling komt ongeveer 0,011 en dat is 1,1%.
De prijsstijging t.o.v. 2005 is daarom 1,1%. In de tabel heet dit de jaarmutatie.

De prijsstijging t.o.v. 2004 is 114,1 - 111,2 111,2 0,0288 2,9 %.

Opgave 2

Bekijk de tabel van de consumenten prijsindex in de Uitleg .

a

Welk jaar is het indexjaar? En wat betekent dat?

b

Hoeveel bedraagt het indexcijfer voor 2004? Met hoeveel zijn de prijzen dus gestegen ten opzicht van 2000?

c

Met hoeveel zijn de prijzen in 2004 gestegen ten opzichte van 2003?

d

Met hoeveel zijn de prijzen in 2004 gestegen ten opzichte van 2002?

Opgave 3

Stel je voor dat in 2007 de jaarmutatie van de consumenten prijsindex 1,6 bedroeg.

a

Welk indexcijfer krijgt 2007 dan?

b

Met hoeveel procent zijn de prijzen in 2007 gestegen ten opzichte van het indexjaar 2000?

verder | terug