Tabellen en grafieken > Grafieken
123456Grafieken

Uitleg

Op de website www.getij.nl van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat vind je bij "Getijvoorspellingen" de waterstanden voor de komende dagen op verschillende locaties in Nederland en op de Noordzee. Je ziet er grafieken zoals deze.

Er is sprake van twee variabelen: de hoogte van het water t.o.v. NAP (Normaal Amsterdams Peil) is uitgezet tegen de tijd in uren. Op de verticale as vind je de variabele waterstand (in cm), op de horizontale as staat de variabele tijd (in uren).
De grafiek stijgt en daalt afwisselend. De waterstand is

  • stijgend als hij toeneemt met de tijd en

  • dalend als hij afneemt met de tijd;

  • maximaal als hij overgaat van stijgend naar dalend (hoogwater of vloed) en

  • minimaal als hij overgaat van dalend in stijgend (laagwater of eb).

Zoek steeds de bijpassende tijden in de grafiek op.

Omdat de waterstand voortdurend verandert is er sprake van een vloeiend lopende grafiek.
De waterstanden variƫren tussen hoogwater en laagwater met een periode van ongeveer 6,25 uur. Tussen twee opeenvolgende tijdstippen van hoogwater zit ongeveer 12,5 uur en hetzelfde geldt voor twee opeenvolgende tijdstippen van laagwater. Zo'n grafiek die zichzelf (ongeveer) herhaalt noem je periodiek.

Opgave 2

Bekijk de grafiek van de waterstanden in de Uitleg .

a

Tussen welke tijdstippen is de grafiek stijgend?

b

Geef de tijden waarop de waterstand maximaal is (hoogwater). Hoe hoog staat het water dan?

c

Geef ook de tijden waarop de waterstand minimaal is (laagwater). Hoe hoog staat het water dan?

Opgave 3

De grafiek van de waterstanden wordt in de Uitleg periodiek genoemd.

a

Om de hoeveel tijd herhaalt zich de waterstand (ongeveer)?

b

Stel dat deze grafiek geldt voor 10 mei 2008. Op welke tijdstippen was het dan hoogwater op 12 mei 2008?

c

Kun je bedenken waarom deze grafiek niet zuiver periodiek zal zijn?

verder | terug