Tabellen en grafieken > Combineren/vergelijken
123456Combineren/vergelijken

Voorbeeld 1

In deze grafieken van twee hardlopers kun je zien hoe beiden de Coopertest (12 minuten hardlopen) afleggen. Elk rondje van 400  m wordt hun tijd geklokt, het gaat om het afleggen van een zo groot mogelijke afstand.

  • Hoeveel minuten ligt loper B voor op loper A?

  • Wie van beiden levert de beste prestatie?

  • Maak een bijpassende verschilgrafiek.

> antwoord

De snijpunten van beide grafieken kun je aflezen (schatten): ( 1500 ; 7,50 ) en ( 2250 ; 11,00 ) .
Loper B ligt voor als hij minder tijd nodig heeft voor dezelfde afstand als loper A, dus van 7,5 minuten tot 11 minuten, dat is ongeveer 3,5 minuten.

Loper A levert de beste prestatie: hij loopt 2554  m in 12 minuten (zie tabel).

De verschilgrafiek maak je door eerst een verschiltabel en daarvan een grafiek te maken.

Opgave 3

Bekijk de grafieken van twee hardlopers in Voorbeeld 1.

a

Controleer nog even de afgelezen snijpunten van beide grafieken.

b

Maak nu zelf een verschiltabel en een verschilgrafiek.

c

Op welke plaatsen gaat je verschilgrafiek door de horizontale as? En wat betekent dit?

verder | terug