In deze grafieken van twee hardlopers kun je zien hoe beiden de Coopertest (12 minuten hardlopen) afleggen. Elk rondje van m wordt hun tijd geklokt, het gaat om het afleggen van een zo groot mogelijke afstand.
Hoeveel minuten ligt loper B voor op loper A?
Wie van beiden levert de beste prestatie?
Maak een bijpassende verschilgrafiek.
De snijpunten van beide grafieken kun je aflezen (schatten): en .
Loper B ligt voor als hij minder tijd nodig heeft voor dezelfde afstand als loper
A, dus van minuten tot minuten, dat is ongeveer minuten.
Loper A levert de beste prestatie: hij loopt m in minuten (zie tabel).
De verschilgrafiek maak je door eerst een verschiltabel en daarvan een grafiek te maken.
Bekijk de grafieken van twee hardlopers in
Controleer nog even de afgelezen snijpunten van beide grafieken.
Maak nu zelf een verschiltabel en een verschilgrafiek.
Op welke plaatsen gaat je verschilgrafiek door de horizontale as? En wat betekent dit?