Tabellen en grafieken > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Examenopgaven

Opgave 6Weerbeleving
Weerbeleving

Aan bezoekers van het Nederlandse strand is op een aantal dagen gevraagd hoe zij het weer beoordelen. Omdat dagen met neerslag door vrijwel iedereen als onaangenaam worden ervaren, heeft men zich bij de enquête beperkt tot droge dagen. Factoren die dan een rol spelen zijn onder andere: temperatuur, (mate van) bewolking en windsnelheid. Dit onderzoek heeft geleid tot een diagram met waarderingscijfers.

a

Bij welke temperatuur kun je de waarderingscijfers rechtstreeks uit de figuur aflezen, hoef je er dus geen correctie bij te tellen?

b

In het zomerseizoen spreek je van een recreatiedag als het waarderingscijfer 7 of hoger is. Op een dag is het 20 graden, half bewolkt en is de windsnelheid 20 km/h. Is dit een recreatiedag?

c

Het weerbericht luidt: licht tot half bewolkt (2 achtste tot 4 achtste), windsnelheid 15 tot 25  km/h. Hoe hoog moet de temperatuur zijn, wil je met zekerheid kunnen spreken van een recreatiedag?

d

De kromme lijnen die bij de waarderingscijfers horen lopen in de hoek links onder bijna horizontaal. Welke conclusie kun je daaruit trekken?

Opgave 7Parkeeronderzoek
Parkeeronderzoek

Eén van de methoden om inzicht te verkrijgen in aantallen parkeringen en parkeerduren in een bepaald gebied is het middel van kentekenonderzoek. Met vaste tussenpozen (het waarnemingsinterval) worden daarbij de kentekens van de geparkeerde auto's geregistreerd. Het aantal achtereenvolgende malen dat een auto is geregistreerd (registratiefrequentie) levert een schatting op van de parkeerduur per auto, terwijl het aantal verschillende auto's dat is geregistreerd een schatting oplevert van het aantal parkeringen. Zo'n parkeeronderzoek is gehouden te Heerlen en resultaten daarvan staan in de tabel.

Registratiefrequentie Aantal auto's Geschatte parkeerduur (in min.)
1 5247 60
2 1804 120
3 753 180
4 359 240
5 287 300
6 443 360
7 290 420
8 165 480
9 115 540
  totaal 9463 gemiddeld 133

Frequentieverdeling van het aantal achtereenvolgende malen dat geparkeerde auto's zijn geregistreerd:

  1. Waarnemingsinterval: 60 min.

  2. Eerste waarneming: 9:30 uur.

  3. Laatste waarneming: 17:30 uur.

  4. Parkeerterrein open: 8:30-18:30 uur.

Van 1804 auto's is de registratiefrequentie 2. De geschatte parkeerduur van elk van die auto's (bij die parkering) is 120 minuten. De werkelijke parkeerduur kan natuurlijk korter of langer zijn.

a

Hoe lang is de werkelijke parkeerduur op zijn hoogst?

b

In de tabel staat dat het gemiddeld van de geschatte parkeerduur 133 minuten is. Leg uit hoe je dat gemiddeld met de overige gegevens uit de tabel kunt uitrekenen.

c

Deze onderzoeksmethode levert een schatting van de gemiddelde parkeerduur per auto op die hoger is dan de werkelijke gemiddelde parkeerduur per auto. Leg uit wat daarvan de oorzaak kan zijn.

Opgave 8Troebeling en doorzicht
Troebeling en doorzicht

De kwaliteit van het water in recreatieplassen wordt regelmatig gecontroleerd. Als er veel zwemmers zijn, wordt het water na verloop van tijd troebel. De troebeling wordt gemeten in een zekere eenheid, genaamd FTE. Er bestaat een verband tussen de troebeling en het doorzicht (hoe diep je nog kunt zien). Dat verband is hier grafisch weergegeven. Het doorzicht is daarbij uitgedrukt in meters.

a

De troebeling neemt toe van 15 FTE tot 20 FTE. Hoeveel cm neemt het doorzicht af?

b

Als je op twee plekken eenzelfde waarde vindt voor de toename van de troebeling, wil dat dan ook zeggen dat de afname van het doorzicht op beide plekken dezelfde waarde heeft? Licht je antwoord toe.

c

Op zekere dag is het doorzicht ieder uur gemeten. Hoeveel FTE is de troebeling om 18:00 uur? Geef in de grafieken aan hoe je aan je antwoord gekomen bent.

d

Op welk uur van de dag bereikt de troebeling de hoogste waarde? Licht je antwoord toe.

verder | terug