Formules > Ongelijkheden
123456Ongelijkheden

Verwerken

Opgave 8

Los de volgende ongelijkheden algebraïsch op.

a

10 - 2 x > 4 x + 8

b

60 - x 2 -4

c

600 + 0,05 x > 800 + 0,025 x

Opgave 9

Los deze ongelijkheid met de grafische rekenmachine op: x 2 - x > 90 .

Opgave 10

Je rijdt al een Smart Fortwo voor € 5,00 per dag! Stel je hebt op 1 januari 2006 een Smart gekocht en betaalt die 5 euro per dag. Daarnaast heb je onderhoudskosten: voor 1,5 cent per gereden kilometer kun je daarvoor een abonnement afsluiten waar vrijwel alle onderhoudskosten mee worden afgedekt. Je hebt dan dus alleen nog benzinekosten. Je kunt met 1 liter benzine 15 kilometer rijden en 1 liter benzine kost ongeveer € 1,50.

a

Hoeveel cent per kilometer ben je kwijt aan benzine en onderhoud samen?

b

Hoeveel kost je deze Smart per jaar als je er 16000  km/h mee rijdt?

c

Stel een ongelijkheid op bij de vraag: Hoeveel kilometer per jaar mag je maximaal met deze Smart rijden als je minder dan € 4000,00 kwijt wilt zijn dat jaar? Los daarna die ongelijkheid algebraïsch op.

d

Eigenlijk geldt het onderhoudsabonnement van 1,5 cent per gereden kilometer pas vanaf 15000 km/jaar. Rijd je minder, dan betaal je alsof je 15000 km/jaar rijdt. Stel het complete functievoorschrift op voor de jaarlijkse kosten K als functie van het aantal gereden kilometers.

Opgave 11

Twee auto’s rijden op de A1, beide met een (ongeveer) constante snelheid. Bestuurder A houdt een snelheid van 110 km/h aan. Bestuurder B rijdt met 120 km/h. Als bestuurder B bij de IJsselbrug bij Deventer komt ligt hij 24 kilometer achter op bestuurder A. Het tijdstip waarop dat gebeurt is t = 0 . De afstand (in kilometers) tot Deventer wordt voorgesteld door a .

a

Stel bij beide auto’s een formule voor a als functie van t op.

b

Bereken na hoeveel minuten auto A door B wordt ingehaald.

c

Bereken algebraïsch hoe lang hun onderlinge afstand minder dan 4 kilometer is.

verder | terug