Bekijk het probleem bij
De gestelde vraag kun je oplossen met je grafische rekenmachine.
Je maakt dan eerst formules van de lengte (in cm) van elke kaars afhankelijk van de tijd in uren.
Kaars I: in uur is er cm opgebrand, dus cm/uur.
De bijpassende formule is t.
Kaars II: in uur is er cm opgebrand, dus cm/uur.
De bijpassende formule is t.
Even een paar nette grafieken maken (de vensterinstellingen volgen meteen uit het
kaarsenverhaal).
Het snijpunt van beide grafieken laat je de machine bepalen, je vindt .
Kaars I is langer vanaf tot en met uur.
Dat is iets minder dan uur en minuten.
In de
Daarbij wordt de grafische rekenmachine gebruikt.
Leg uit dat hier wordt opgelost .
Voor het snijpunt van de twee grafieken wordt de GR gebruikt. Nodig is dat niet. De vergelijking kun je met de balansmethode oplossen. Laat zien dat je dan dezelfde oplossing vindt.
Je vindt . Hoe bereken je dan dat kaars I uur en minuten langer is dan kaars II?
Bekijk de voorgaande opgave.
Kaars III is cm lang en brandt in uur tijd volledig op.
Hoe lang is kaars III de langste kaars?