Doen.
mm
Nee, de afstelling van snijmachines kan niet veel nauwkeuriger.
Voer in: Y1=100+40X−5X^2
Venster: en
Op m hoogte, na s.
Na s, m.
Na s.
Nee, je weet niet onder welke hoek de pijl is afgeschoten. In de formule wordt uitgezet tegen de tijd, dus je weet alleen het verloop van de hoogte.
€ 8750.
Gebruik de GR en los op: . Dit geeft: of .
Bepaal de top van de grafiek van .
Bij het maken van producten zijn er vaste kosten (gebouw, machines) en variabele kosten (grondstoffen). Die laatste hangen van het aantal producten af.
.
is maximaal als .
De waarde van de breuk wordt kleiner als groter wordt.
km/h
Eigen antwoord.
m/s ≈ km/h
Tussen m en m.
geeft en dus
.
Het nationaal inkomen is mld euro.
m2 per persoon
m2 per persoon.
m2 per persoon
mensen per minuut
voetgangers per minuut
(bron: examen wiskunde A havo 1989, tweede tijdvak)