Toenemende daling.
.
Dalend.
mensen
In 2004.
De toenames zijn achtereenvolgens: , , , , .
De aantallen inwoners zijn daarom: (begin 2000), (begin 2001), (begin 2002), (begin 2003), (begin 2004) en (begin 2005).
inwoners
m hoogte
GR: Y1=60X−5X^2 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1) geeft de toenametabel.
Hoogste punt bij . Bij is nog sprake van toename t.o.v. de hoogte bij , bij is sprake van een afname t.o.v. de hoogte bij . De maximale hoogte van de vuurpijl is m.
m/s.
Op is °C per uur.
Nee, de grafiek is tussen en uur stijgend, maar bijvoorbeeld van tot uur dalend.
Op [14, 22] is °C per uur, °C per uur en °C per uur.
om ongeveer 8:00 uur, om ongeveer 8:00 uur en om ongeveer 14:00 uur.
euro
GR: Y1=-(1/3)X^3+6X^2 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1)
De boer zal bietenwieders in dienst nemen.
De 6e en de 7e bietenwieder hebben de hoogste meeropbrengst en brengen dus het meeste binnen tegen dezelfde loonkosten.
september/oktober en maart/april; de grafiek is daar het steilst
Ja in dezelfde maanden. Dit heeft te maken met de plaats van Nederland op Aarde en het feit dat de Aardas niet loodrecht staat op het vlak waarin de baan van de Aarde om de Zon ligt.
Je neemt het verschil van het tijdstip van zonsopkomst en zonsondergang.
Vanaf eind juni t/m eind september.
Doen.
In dezelfde maanden als zonsopkomst en zonsondergang.
In juni/juli en in december/januari. Toenames vrijwel 0.
In augustus/september. Grote afnames (negatieve toenames).
Zie figuur.
In het vijfde jaar is de toename van het aantal kg vis het grootst ( kg).
Als de viskweker jaar wacht is er kg vis en hij kan dan jaarlijks kg vis vangen, precies de toename in dat vijfde jaar. Zo houdt hij steeds tussen
de en de kg vis.
(bron: examen wiskunde A vwo 1989, eerste tijdvak)
Lees uit de grafiek af dat de hagedis actief is tussen ongeveer 7:30 uur en 8:00 uur 's morgens en tussen 18:00 uur en 18:30 uur 's avonds. Dus in totaal ongeveer uur.
Ongeveer °C/uur.
Zie figuur.
Rond 12:00 uur.
(bron: examen wiskunde A havo 1996, tweede tijdvak, aangepast)
In 1975: mld liter per dag en miljoen.
Per inwoner gemiddeld ongeveer liter per dag, dus per jaar liter per inwoner.
In 1950: %.
In 1980: % (het getal vind je door bij de hoeveelheid in 1950 alle toenames op te tellen)
Tussen en mld liter per dag.
(bron: examen wiskunde A havo 1993, eerste tijdvak)