Veranderingen > Totaalbeeld
1234Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Toenemende daling.

b

Δ y Δ x = y ( 1 ) y ( 0 ) 1 0 = -11 .

c

Dalend.

Opgave 2
a

5600 mensen

b

In 2004.

c

De toenames zijn achtereenvolgens: 5600, 6500, 4100, 1200, -1600.
De aantallen inwoners zijn daarom: 72600 (begin 2000), 78200 (begin 2001), 84700 (begin 2002), 88800 (begin 2003), 90000 (begin 2004) en 88400 (begin 2005).

d

88400 inwoners

Opgave 3
a

100  m hoogte

b

GR: Y1=60X−5X^2 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1) geeft de toenametabel.

c

Hoogste punt bij t = 6 . Bij t = 6 is nog sprake van toename t.o.v. de hoogte bij t = 5 , bij t = 7 is sprake van een afname t.o.v. de hoogte bij t = 6 . De maximale hoogte van de vuurpijl is 180 m.

d

180 / 6 = 30 m/s.

Opgave 4
a

Op [ 4,12 ] is Δ T A Δ t = 21 - 4 12 - 4 = 17 8 = 2,125 °C per uur.

b

Nee, de grafiek is tussen 4 en 10 uur stijgend, maar bijvoorbeeld van 11 tot 12 uur dalend.

c

Op [14, 22] is Δ T A Δ t = 5 - 22 22 - 14 = - 17 8 = - 2,125 °C per uur, Δ T L Δ t = 5 - 13 22 - 14 = - 8 8 = - 1 °C per uur en Δ T W Δ t = 10 - 10 22 - 14 = 0 °C per uur.

d

T A om ongeveer 8:00 uur, T L om ongeveer 8:00 uur en T W om ongeveer 14:00 uur.

Opgave 5Suikerbieten
Suikerbieten
a

23 2 3 × 100 euro

b

GR: Y1=-(1/3)X^3+6X^2 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1)
De boer zal 7 bietenwieders in dienst nemen.

c

De 6e en de 7e bietenwieder hebben de hoogste meeropbrengst en brengen dus het meeste binnen tegen dezelfde loonkosten.

Opgave 6Daglengte
Daglengte
a

september/oktober en maart/april; de grafiek is daar het steilst

b

Ja in dezelfde maanden. Dit heeft te maken met de plaats van Nederland op Aarde en het feit dat de Aardas niet loodrecht staat op het vlak waarin de baan van de Aarde om de Zon ligt.

c

Je neemt het verschil van het tijdstip van zonsopkomst en zonsondergang.

d

Vanaf eind juni t/m eind september.

e

Doen.

f

In dezelfde maanden als zonsopkomst en zonsondergang.

g

In juni/juli en in december/januari. Toenames vrijwel 0.

h

In augustus/september. Grote afnames (negatieve toenames).

Opgave 7Viskweker
Viskweker
a

Zie figuur.

b

In het vijfde jaar is de toename van het aantal kg vis het grootst ( 20000 kg).
Als de viskweker 5 jaar wacht is er 60000  kg vis en hij kan dan jaarlijks 20000 kg vis vangen, precies de toename in dat vijfde jaar. Zo houdt hij steeds tussen de 40000 en de 60000  kg vis.

(bron: examen wiskunde A vwo 1989, eerste tijdvak)

Opgave 8Woestijnhagedis
Woestijnhagedis
a

Lees uit de grafiek af dat de hagedis actief is tussen ongeveer 7:30 uur en 8:00 uur 's morgens en tussen 18:00 uur en 18:30 uur 's avonds. Dus in totaal ongeveer 1 uur.

b

Ongeveer 40 5 = 8 °C/uur.

c

Zie figuur.

d

Rond 12:00 uur.

(bron: examen wiskunde A havo 1996, tweede tijdvak, aangepast)

Opgave 9Schoon drinkwater
Schoon drinkwater
a

In 1975: T 1540 mld liter per dag en B 215 miljoen.
Per inwoner gemiddeld ongeveer 7163 liter per dag, dus per jaar 365 7163 2600000 liter per inwoner.

b

In 1950: 625 700 100 89,3 %.
In 1980: 1525 1680 100 90,8 % (het getal 1525 vind je door bij de hoeveelheid in 1950 alle toenames op te tellen)

c

Tussen 1525 + 6 110 = 2185 en 1525 + 6 200 = 2725 mld liter per dag.

(bron: examen wiskunde A havo 1993, eerste tijdvak)

verder | terug