Tellen > MogelijkhedenVerwerken
Een toets bestaat uit meerkeuzevragen. Op elke meerkeuzevraag kun je uit vier antwoorden kiezen; er is telkens maar één antwoord goed.
Geef in een wegendiagram alle mogelijkheden weer.
Hoeveel mogelijke series antwoorden zijn er?
Je hebt de toets goed voorbereid en je weet antwoorden zeker. Hoeveel mogelijke series antwoorden zijn er nu nog?
Als je alleen let op 'goed' of 'fout', hoveel series antwoorden zijn dan mogelijk?
Om het cijferslot van een koffer open te krijgen moet je een code van vier cijfers onthouden.
Je weet alleen het eerste cijfer nog. Hoeveel mogelijke codes zijn er dan nog?
Je weet alle vier de cijfers nog, maar de volgorde niet meer. Hoeveel mogelijke codes zijn er?
Je werpt met drie gewone dobbelstenen.
Geef in een wegendiagram alle mogelijke uitkomsten weer.
Waarom is een boomdiagram niet zo geschikt in dit geval?
Bij hoeveel mogelijke uitkomsten heb je precies één zes?
Bij hoeveel mogelijke uitkomsten heb je twee zessen?
Bij hoeveel mogelijke uitkomsten heb je drie zessen?
Bij hoeveel mogelijke uitkomsten heb je minstens twee zessen?
Bij hoeveel mogelijke uitkomsten heb je hoogstens twee zessen?
Je bestelt een pizza bij Mario. Je hebt keuze uit een kleine pizza, een gewone pizza
en een extra grote pizza.
Er zijn twee soorten pizzabodem: de "pizza crossa" en de "pizza classico".
Verder zijn er verschillende smaken.
Je kunt de pizza zelf halen of je kunt hem laten bezorgen.
Uit hoeveel verschillende pizza's kun je bij Mario kiezen?
Hoeveel keuzemogelijkheden heb je in totaal als je een pizza van Mario wilt eten?
Je houdt niet van vis. Daarom vallen er smaken af. Uit hoeveel verschillende pizza's kun je nu nog kiezen?
Hoeveel mogelijkheden zijn er in totaal?
Op hoeveel manieren kun je drie keer BAR krijgen?
Op hoeveel manieren kun je drie keer 'sinaasappel' krijgen?
Op hoeveel manieren kun je drie keer 'twee kersen' krijgen?
Hoeveel winstmogelijkheden zijn er?