Tellen > Combinaties
12345Combinaties

Verwerken

Opgave 8

Iemand moet 10 vragen met 'ja' of 'nee' beantwoorden.

a

Hoeveel lijsten met antwoorden zijn er mogelijk met precies drie keer 'ja'?

b

Hoeveel lijsten met antwoorden zijn er mogelijk met precies 9 keer 'ja'?

c

Hoeveel lijsten met antwoorden zijn er in totaal mogelijk?

Opgave 9

Je gooit met vijf verschillende geldstukken en je let op het aantal keren 'kop'.

a

Hoeveel verschillende uitkomsten zijn er mogelijk?

b

Hoeveel mogelijke uitkomsten met precies twee keer 'kop' zijn er?

c

Je gooit nu met 50 geldstukken. Op hoeveel manieren kun je 20 keer 'kop' werpen?

Opgave 10

Voor een schaaktoernooi hebben zich 24 deelnemers gemeld. Ze spelen een halve competitie, dus elke deelnemer speelt precies één maal tegen iedere andere deelnemer. Het aantal wedstrijden kan nu worden berekend met behulp van combinaties.
Leg uit waarom dat zo is en bereken het aantal te spelen wedstrijden.

Opgave 11

Een groep bestaat uit 14 meisjes en 12 jongens. Er wordt een groepje van vier door loting uitgekozen.

a

Als het groepje uitsluitend uit meisjes moet bestaan, hoeveel verschillende groepjes zijn er dan mogelijk?

b

Beantwoord dezelfde vraag als het groepje uit twee jongens en twee meisjes moet bestaan.

Opgave 12

Op hoeveel manieren kunnen 8 verschillende boeken op een rij op een boekenplank worden geplaatst als

a

iedere volgorde is toegestaan?

b

de drie wiskundeboeken bij elkaar moeten staan?

c

de twee woordenboeken op het eind van de rij naast elkaar moeten staan?

d

er drie boeken worden uitgekozen om te worden gekaft en dan aan het eind te worden gezet?

Opgave 13

Je werpt met drie dobbelstenen en let op het aantal ogen dat boven komt.

a

Hoeveel verschillende uitkomsten zijn er mogelijk?

b

Je kunt op verschillende manieren 12 ogen gooien. Bijvoorbeeld door driemaal 4 te gooien, maar ook door een 6 en tweemaal 3 te gooien.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om 12 ogen te gooien?

Opgave 14

Op een scholengemeenschap bestaat de medezeggenschapsraad uit 18 personen: 9 personeelsleden en 9 ouders en/of leerlingen. Die medezeggenschapsraad kiest een dagelijks bestuur van vier personen.

a

Op hoeveel manieren kan dat als er verder geen eisen aan dat dagelijks bestuur worden gesteld?

b

Op hoeveel manieren kan dat als er evenveel personeelsleden als ouders en/of leerlingen in moeten zitten?

c

Op hoeveel manieren kan dat als eerst de voorzitter, dan de vice-voorzitter, vervolgens de secretaris en tenslotte de penningmeester in functie worden gekozen?

verder | terug