In de figuur zie je de grafieken van twee lopers die de Coopertest doen. Het gaat om het afleggen van een zo groot mogelijke afstand binnen `12` minuten.
Hoeveel minuten ligt loper B voor op loper A?
Wie van beiden levert de beste prestatie?
Het snijpunt van beide grafieken kun je aflezen (schatten). Dit snijpunt is ongeveer `(7,5; 1490)` . De grafiek van loper B ligt gedurende de eerste `7,5` minuten boven die van loper A. Gedurende die tijd ligt loper B voor op loper A.
Loper A levert de beste prestatie. Hij loopt ongeveer `2600` meter in `12` minuten.
Bekijk de grafieken van de twee hardlopers in
Maak een verschiltabel en een verschilgrafiek.
Op welke punten gaat de verschilgrafiek door de horizontale as en wat betekent dit?