Tellen > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

18 17 = 306

b

34 3 = 102

c

3 13 = 1594323

d

( 13 2 ) = 78

e

( 13 2 ) + ( 13 1 ) + ( 13 0 ) = 92

Opgave 2
a

2 3 2 3 = 36

b

2 1 2 = 4

Opgave 3
a

Tekenen.

b

7 7 = 49

c

3 4 + 4 3 = 24

d

Nu is het totaal 7 6 = 42 en het aantal mogelijkheden voor een wit en een rood balletje weer 24.

Opgave 4
a

Tekenen.

b

( 7 3 ) = 35

c

2 7 - 1 = 127

Opgave 5

Winst voor speler A stel je bijvoorbeeld voor door een A en winst voor speler B door een B. A kan nu op de volgende manieren winnen: AAA, AABA, ABAA, BAAA, AABBA, ABABA, BAABA, ABBAA, BABAA, BBAAA. Zo heeft A precies 10 manieren om de wedstrijd te winnen en B natuurlijk ook. Dus zijn er 20 wedstrijdverlopen mogelijk.

Opgave 6
a

( 22 5 ) = 26334

b

22 21 20 19 18 = 3160080

c

( 14 2 ) × ( 8 3 ) = 5096

d

( 14 1 ) × ( 8 4 ) + ( 14 2 ) × ( 8 3 ) + ( 14 3 ) × ( 8 2 ) + ( 14 4 ) × ( 8 1 ) + ( 14 5 ) × ( 8 0 ) = 26278

e

8 × ( 21 4 ) = 47880

Opgave 7
a

Die getallen zijn ( 10 0 ) = 1 , ( 10 1 ) = 10 , ( 10 2 ) = 45 , etc.

b

Door steeds twee naast elkaar gelegen getallen op de tiende rij op te tellen.

Opgave 8BARcode
BARcode
a

2 7 = 128

b

( 7 3 ) = 35

c

8

d

10 8 = 100000000

Opgave 9Vijver
Vijver

648

(bron: examen wiskunde A havo 1989, eerste tijdvak)

Opgave 10Metro in Boedapest
Metro in Boedapest
a

( 9 3 ) = 84

b

1 2 9 4 = 18

c

Totaal aantal mogelijkheden: 2 9 - 1 = 511 . Dus het kan.

(bron: examen wiskunde A havo 1992, tweede tijdvak)

Opgave 11KIX
KIX
a

Voor elke streep zijn er 4 mogelijkheden 2. Met vier strepen zijn er 4 4 = 256 mogelijkheden.

b

( 4 2 ) × ( 4 2 ) = 36

c

De laatste drie symbolen kunnen een getal vormen, een huisnummer van 3 cijfers. Er zijn daarvoor 900 getallen mogelijk, namelijk 100 tot en met 999. Het kan ook cijfer + X + toevoeging zijn. Daarvoor zijn 9 × 1 × 36 = 324 mogelijkheden. In totaal zijn er 900 + 324 = 1224 mogelijkheden.

(bron: examen wiskunde A havo 2004, tweede tijdvak)

verder | terug