Kansen > Kansbomen
12345Kansbomen

Testen

Opgave 15

In een vaas zitten 15 balletjes, 4 witte en 5 rode en 6 blauwe. Er wordt aselect met terugleggen drie keer een balletje getrokken.

a

Maak een kansboom voor de kleuren.

b

Bereken de kans dat er drie keer een rood balletje wordt getrokken.

c

Bereken de kans dat er twee rode balletjes worden getrokken.

d

Bereken de kans dat alle balletjes een andere kleur hebben.

Opgave 16

In een vaas zitten 15 balletjes, 4 witte en 5 rode en 6 blauwe. Er worden aselect drie balletjes na elkaar getrokken. Er wordt niet teruggelegd.

a

Maak een bijbehorende kansboom.

b

Bereken de kans dat er drie rode balletjes worden getrokken.

c

Bereken de kans dat er twee rode en een wit balletje worden getrokken.

d

Bereken de kans dat alle balletjes een andere kleur hebben.

Opgave 17

De Plusmarkt verkoopt zakjes met 16 gomballen. De bedoeling is dat in elk zakje 8 rode en 8 gele gomballen zitten. De vulmachine is niet zo precies, zodat dat maar voor de helft van de zakjes klopt. In 1 / 4 deel van de zakjes zitten 9 rode en 7 gele gomballen en in het resterende 1 / 4 deel van de zakjes zitten 7 rode en 9 gele.

a

Je kiest aselect zo'n zakje en daaruit aselect een gombal. Je denkt: rood en geel hebben dezelfde kans, dus de kans dat mijn gombal rood is, is 50%. Ga ook met een kansboom na dat dit klopt.

b

Je hebt zo’n zakje met 9 rode en 7 gele gomballen. Je eet achter elkaar 3 gomballen, willekeurig gepakt. Is de kans dat ze alle drie geel zijn groter dan 5%?

c

Terwijl jij snoept pikt iemand anders een rode gombal weg. De kans op 3 gele zal dan wel wat groter zijn. Ga na wanneer die het grootst is: als de rode gepikt wordt nadat jij de eerste op hebt of als dat na jouw tweede gombal gebeurt.

Opgave 18

Ongeveer 1 op de 12 Nederlandse mannen is kleurenblind. Aan hun uiterlijk kun je dit niet zien. Een politieagent houdt een auto aan die door een rood stoplicht reed. Er blijken vier mannen in te zitten. Hij vraagt zich af hoe groot de kans is dat twee inzittenden kleurenblind zijn.

a

Maak een bijpassende kansboom.

b

Beantwoord de vraag van de politieagent.

verder | terug