Je ziet op veel plaatsen windmolens om elektriciteit op te wekken. Het vermogen (in
kilowatt) dat zo'n molen levert, hangt af van de dubbele wieklengte
`D`
(in meter) en van de windsnelheid
`v`
(in meter per seconde). Het vermogen van een windmolen wordt gegeven door de formule:
`P = 0,00013 * v^3 * D^2`
.
Met de grafische rekenmachine kun je hierbij voor verschillende waarden van
`D`
grafieken maken van
`P`
als functie van
`v`
.
Maak grafieken van `P` als functie van `v` voor `D = 10, 20, 30` m.
In een bepaald gebied is de windsnelheid gemiddeld `v = 5` m/s. Bij welke diameters levert deze windmolen een vermogen van tussen de `10` kW en de `20` kW? Kun je daarbij je grafieken gebruiken?