Normale verdeling > Normaalkromme
12345Normaalkromme

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Doen, bepaal ze eerst met behulp van Excel.

b

Antwoord.

Opgave 2
a

3,4 + 11,6 + 23,8 = 38,8 %.

b

De staven beslaan ongeveer een even groot gebied als het gebied onder de kromme lijn tussen L = 165 en L = 180 .

c

8,4 + 2,2 + 0,5 = 11,1 %.

d

Kleur het gebied onder de nromaalkromme vanaf L = 190 .

e

100%

Opgave 3
a

0,1 + 0,7 + 3,4 + 11,6 + 23,8 + 0,2 28,9 45,4 %.

b

50% want het gemiddelde moet (als de figuur echt netjes symmetrisch is) de verdeling in twee gelijke delen verdelen.

c

8,4 + 2,2 + 0,5 = 11,1 %.
23,8 + 28,9 + 0,4 20,4 60,9 %.

d

Ook ongeveer 60,9%.

Opgave 4
a

179,5 - < 180,5 en daar zit 5,5% van de soldaten in.

b

0,013 + 0,017 + 0,021 + 0,025 + 0,030 + 0,035 = 0,141 dus 14,1%.

c

Dat zou ongeveer 68% moeten zijn.

d

Ongeveer 6,6%.

e

0,022 + 0,027 + 0,034 + 0,040 + 0,047 + 0,053 = 0,223 dus 22,3%.

f

Dat moet weer ongeveer 68% zijn.

g

Het betreft de eerste vuistregel.

Opgave 5
a

Eigen antwoord

b

17,8 + 12,2 = 30,0 %.

c

20,7 + 14,1 = 34,8 %.

d

Redelijk, het is geen perfecte normale verdeling.

Opgave 6
a

Eigen antwoord

b

Eigen antwoord

c

95 %.

d

Zie figuur.

e

Bijna 100%.

Opgave 7
a

I: 2,5%, II: 13,5%, III: 34%, IV: 34%, V: 13,5%, VI: 2,5%.

b

16%

c

81,5%

d

84%

Opgave 8
a

Eigen antwoord

b

68 % + 16 % = 84 %

c

68 % + 13,5 % = 81,5 %

d

84%

Opgave 9
a

Normaal verdeeld.

b

Normaal verdeeld.

c

Waarschijnlijk niet normaal verdeeld, het gewicht is sterk te beïnvloeden door (slechte) eetgewoontes.

d

Normaal verdeeld, wellicht afhankelijk van de manier waarop die reactietijd wordt getest.

e

Niet normaal verdeeld, er zijn veel meer lagere inkomens dan top inkomens, de verdeling is erg scheef.

f

Niet normaal verdeeld, kleinere wachttijden zullen vaker voorkomen dan grotere.

Opgave 10
a

Er ontstaat geen heel mooie symmetrische klokvorm, maar vooruit...

b

μ 1005 en σ 2,4 gram.

c

Volgens het histogram 6%.

d

1000 gram is ongeveer het gemiddelde min 2 keer de standaardafwijking. Daar zou 2,5% onder moeten zitten volgens de vuistregels.

e

Ongeveer 16%.

f

Ongeveer 68%.

Opgave 11
a

50%

b

85%

c

σ B = 50 en μ B = 1150 (uur).

d

Omdat de verdeling breder is en het gebied in beide gevallen 100% voorstelt, moet de hoogte minder zijn.

e

2,5%

Opgave 12
a

Doen.

b

68%

c

2,5%

d

97,5%

e

2,5%

Opgave 13
a

μ = 3,0 en σ = 0,2
μ = 82 en σ = 6 .

b

Bovenste normaalkromme: gebied is 16%.
Onderste normaalkromme: gebied is 84%.

Opgave 14
a

Zie figuur.

b

32%

c

84%

d

Nee, de vuistregels zijn hierbij niet te gebruiken.

e

Ongeveer 16% + 20% = 36%. Ja, waarschijnlijk hebben ze gelijk.

Opgave 15
a

68%

b

16%

c

84%

d

Onder een IQ van 85 .

Opgave 16
a

Tussen 32 en 64.

b

Tussen 32 en 80.

c

16%

Opgave 17
a

μ = 162 cm en σ = 6,5 cm.

b

Doen, werk met Excel.

c

a = 13

d

168,5  cm.

Opgave 18
a

Zie figuur.

b

84%

c

5%

d

Nee, de vuistregels zijn hierbij niet te gebruiken.

verder | terug