Normale verdeling > Standaardiseren
12345Standaardiseren

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1

Dat kan op verschillende manieren: je kunt het gemiddelde vulgewicht wat groter maken, maar je kunt ook de vulmachine nauwkeuriger afstellen (dus de standaardafwijking verkleinen).
Probeer geschikte waarden te vinden.

Opgave 2
a

μ = 1005

b

De fabrikant moet dan gemiddeld meer suiker in een pak stoppen.

c

σ = 1,2

d

Voordeel voor de fabrikant is dat het ongeveer evenveel suiker kost, nadeel kan zijn dat hij een nieuwe machine moet aanschaffen die nauwkeuriger is.

Opgave 3
a

Zie figuur.

b

Nee, want de verdelingen zijn verschillend en je kunt daarom slecht beoordelen of de 7,0 op het SE naar verhouding meer of minder van het gemiddelde van 6,5 afwijkt dan de 6,0 voor het CE afwijkt van de 5,5 .

c

Zie figuur.

d

Nog steeds niet goed, want de standaardafwijkingen zijn verschillend.

e

Zie figuur. Nu beide verdelingen gelijk zijn gemaakt kun je zien dat de prestatie voor het schoolexamen naar verhouding beter was.

Opgave 4
a

Doen.

b

P ( G < 1000 | μ = m en σ = 3 ) = 0,025 , geeft 1000 - μ 3 -1,96 en dus μ 1005,9 .

c

Nee, er blijft altijd een (heel kleine) kans dat er pakken te licht zijn.

Opgave 5
a

P ( L < 75 | μ = 80 en σ = 4,25 ) 0,120 dus 12,0%.

b

P ( L < 90 | μ = m en σ = 4,25 ) = 0,01 geeft 90 - m 4,25 -2,33 en dus μ 99,9 uur.

Opgave 6
a

Doen.

b

P ( G < 1000 | μ = 1002 en σ = s ) = 0,025 , geeft 1000 - 1002 s -1,96 en dus σ 1,02 .

Opgave 7

P ( C < 7,0 | μ = 5,0 en σ = s ) = 0,90 , geeft 7,0 - 5,0 s 1,28 en dus σ 1,56 .

Opgave 8
a

1006,6 gram.

b

μ = 1008,215 gram ofwel 1008,2 gram.

c

σ = 1,4607 gram ofwel 1,5 gram.

Opgave 9
a

0,1056 1200 127 auto’s.

b

48,4206 ofwel 48,4 seconden.

c

2,1493 ofwel 2,1 seconden.

Opgave 10
a

66,87% (ofwel 67%).

b

84,13% (ofwel 84%).

c

Meerdere mogelijkheden, bijvoorbeeld μ = 10,01 en σ = 0,008 ; dan wordt 99,37% goedgekeurd.

Opgave 11
a

P ( l < 60 | μ = m en σ = s ) = 0,875 geeft 60 - m s 1,15 .
P ( l < 30 | μ = m en σ = s ) = 0,39 geeft 30 - m s -0,28 .
Dus: 60 - m = 1,15 s en 30 - m = -0,28 s . Hieruit vind je m 39,5 en s 21,0 . Dus μ 39,5 en σ 21,0 .

b

P ( l < g | μ = 35,9 en σ = 21,0 ) = 0,30 geeft g 24,9 . Dus tot een lengte van ongeveer 25 cm moeten de planten worden vernietigd.

Opgave 12
a

σ 60,8 gram

b

4,8%

c

1006,9 gram (ofwel 1007 gram).

Opgave 13

P ( g < 1000 | μ = m en σ = 7 ) = 0,15 geeft μ 1007 .

Opgave 14

P ( g < 1000 | μ = 1015 en σ = s ) = 0,015 geeft σ 6,91 .

Opgave 15
a

Ongeveer 4,78% (ofwel 5%).

b

Buiten het gebied van 29,76 t/m 32,24 zit 3,88% (ofwel 4%).

c

Onder de 30 gram zit 4,78% (ofwel 5%).

d

Ongeveer 31,3958 gram, ofwel 31,4 gram.

verder | terug