Lineaire verbanden > Recht evenredig
12345Recht evenredig

Voorbeeld 1

Een fietser rijdt met een constante snelheid op een rechte polderweg van A naar B.
Op tijdstip t = 0 startte hij bij A, en 12 minuten en 26 seconden later heeft hij precies 5 km afgelegd.
Met hoeveel km/uur fietst hij? Geef een formule voor de afgelegde afstand a vanaf A in km afhankelijk van de tijd t in uren.

> antwoord

Hij legt 5 km in 746 seconden af, dat is 5 746  km/seconde.
In een uur legt hij daarom 3600 5 746 24,129  km af.
Hij fietst met ongeveer 24,1  km/uur.

De bijbehorende formule is a = 24,1 t , want bij een constante snelheid is de afgelegde afstand recht evenredig met de tijd.

Opgave 3

Bekijk Voorbeeld 1.
Een auto rijdt met een constante snelheid van 120  km/uur over de snelweg van A naar B. Op t = 0 is hij in A. Zijn afgelegde afstand ten opzichte van A is a km.

a

Geef een formule voor a als functie van t (in uren).

b

Is a recht evenredig met t ? Wat betekent dit voor de grafiek van a ? En wat is de evenredigheidsconstante?

c

Hoe ziet de formule voor a er uit als a in meter en t in seconden wordt gemeten? Is a in dit geval recht evenredig met t ? En wat is dan de evenredigheidsconstante?

d

Hoort bij een 2 keer zo grote waarde van t ook een 2 keer zo grote waarde van a ?

Opgave 4

Een auto rijdt met een constante snelheid van 120  km/uur over de snelweg van A naar B. B ligt 60 km van A af. Op t = 0 is hij in A. Zijn afgelegde afstand ten opzichte van B is b km.

a

Geef een formule voor b als functie van t (in uren).

b

Is b recht evenredig met t ? Wat betekent dit voor de grafiek van b ?

c

Hoe ziet de formule voor b er uit als b in meter en t in seconden wordt gemeten?

d

Hoort bij een 2 keer zo grote waarde van t ook een 2 keer zo grote waarde van b ?

verder | terug