Lineaire verbanden > Lineaire functies
12345Lineaire functies

Verwerken

Opgave 7

Fietser 1 gaat met een constante snelheid van 20  km/h van A naar B. Fietser 2 gaat met een constante snelheid van 25  km/h van B naar A. De afstand tussen A en B is voor beide fietsers 150 km. a is de afstand tot A en t is de tijd in uren.

a

Teken in een a , t -assenstelsel van beide fietstochten de grafiek.

b

Stel voor beide fietsers een passende formule op voor het verband tussen a en t .

c

Na hoeveel tijd passeren beide fietsers elkaar? Licht je antwoord toe.

Opgave 8

Bereken van de volgende lineaire functies de snijpunten met de assen. Teken vervolgens de bijbehorende grafieken door gebruik te maken van begingetal en hellingsgetal. Controleer zo de berekende snijpunten.

a

y 1 = 3 x - 5

b

y 2 = x - 4

c

y 3 = -0,5 x + 4

d

y 4 = -2 ( x + 3 )

Opgave 9

Het huren van een bepaald type auto bij een autoverhuurbedrijf kost per week
g = 75 + 0,09 k
Hierbij is k het aantal gereden kilometers en g de kosten in €.

a

Het verhuurbedrijf vraagt een vast bedrag per week. Welk bedrag is dat?

b

Hoeveel bedragen de kosten per gereden kilometer?

c

Geef de formule voor de kosten van een huurauto die per week € 12,50 duurder is en die per kilometer 10 cent kost.

Opgave 10

Bekijk deze tabel:

gewerkte uren u   0   2   5   9   10
kosten k  65 135 240 380 415
a

Leg uit waarom tussen k en u een lineair verband bestaat. En waarom is k niet recht evenredig met u ?

b

Welke van deze formules past bij de tabel?

k = u + 65

k = 35 u + 65

k = 65 u + 70

c

Bereken met de juiste formule de kosten als er 6  uur is gewerkt.

d

Bereken met de juiste formule de kosten als er 2  uur en 50 minuten is gewerkt.

Opgave 11

De winst w (in €) van een feestavond hangt af van het aantal bezoekers n . De formule luidt als volgt: w = 2,5 n - 300 .

a

Bereken de winst die gemaakt wordt als het aantal bezoekers 200 is.

b

Wat is de betekenis van het getal - 300 in deze formule?

c

Wat is de betekenis van het getal 2,5 ?

verder | terug