Lineaire verbanden > Lineaire vergelijkingen
12345Lineaire vergelijkingen

Uitleg

Stel je hebt een loodgieter nodig. Bedrijf A rekent € 25,00 per uur en € 30,00 voorrijkosten. Bedrijf B rekent € 27,50 per uur en € 18,00 voorrijkosten. (Materiaalkosten zijn bij beide even hoog.)
Je wilt berekenen vanaf hoeveel uur bedrijf A goedkoper is dan B.
Dat kan door (lineaire) formules te maken waarbij de kosten K (in euro) afhangen van het aantal gewerkte uren a:

  • Bedrijf A: K A = 30 + 25 a
  • Bedrijf B: K B = 18 + 27,5 a

Je wilt nu de ongelijkheid K A < K B oplossen. Dus: 30 + 25 a < 18 + 27,5 a .
Je lost dan eerst de vergelijking 30 + 25 a = 18 + 27,5 a op met de balansmethode:

30 + 25 a = 18 + 27,5 a
beide zijden - 4,5
12 + 25 a = 27,5 a
beide zijden - 25 a
12 = 2,5 a
beide zijden door 2,5 delen
a = 4,8

M.b.v. grafieken op de GR vind je: A is goedkoper bij meer dan 4,8 gewerkte uren.

Opgave 2

Bekijk in de Uitleg hoe het oplossen van een ongelijkheid in zijn werk gaat. Je werkt in drie stappen:

a

Los eerst de vergelijking 30 + 25 a = 18 + 27,5 a op. Doe dit zelf nog eens algebraïsch zonder naar de uitleg te kijken.

b

Maak vervolgens de grafieken van K A en K B op de grafische rekenmachine. Kies geschikte vensterinstellingen.

c

Lees de oplossing van de ongelijkheid uit de grafieken af.

Opgave 3

Los de ongelijkheid 600 - 0,5 x 400 + 1,5 x op.
Werk op dezelfde manier als in de voorgaande opgave en de uitleg.

verder | terug