Een lineaire vergelijking ontstaat als je van twee lineaire functies en wilt berekenen waar ze dezelfde uitkomst hebben: .
Zo'n vergelijking kun je oplossen met de balansmethode.
Maar je kunt ook je grafische rekenmachine gebruiken en daar de grafieken van beide
lineaire functies mee tekenen. In het snijpunt
van die twee grafieken hebben beide functies dezelfde uitkomst.
Als je een ongelijkheid als moet oplossen, los je eerst
de bijbehorende vergelijking op.
Daarna gebruik je de grafieken van en om de oplossing van de ongelijkheid af te lezen.