Machtsfuncties > Werken met machten
12345Werken met machten

Voorbeeld 1

Neem aan dat x 0 . Laat zien, dat:

  • x 3 x 5 = x x x x x x x x = x 8
  • x 5 x 3 = x x x x x x x x = x x 1 = x 2
  • ( x 5 ) 3 = x 5 x 5 x 5 = x 15
  • x 0 = x 2 x 2 = 1
  • x 5 = x 1 5 , want ( x 5 ) 5 = x  en  ( x 1 5 ) 5 = x
  • 1 x 2 = x 0 x 2 = x 2
Opgave 4

Bekijk de rekenregels voor machten in de Theorie . Met behulp van grafieken kun je ze voor bijzondere gevallen controleren.

a

Bekijk de uitdrukking x 2 x 3 . Is dit nu gelijk aan x 6 of aan x 5 ?
Vind het juiste antwoord door de grafieken van y 1 = x 2 x 3 , y 2 = x 6 en y 3 = x 5 te vergelijken.

b

Bekijk de uitdrukking x 5 / x 3 . Is dit nu gelijk aan x 5 / 3 of x 2 ?
Vind het juiste antwoord door de grafieken van y 1 = x 5 / x 3 , y 2 = x 5 / 3 en y 3 = x 2 te vergelijken.

c

Zoek op deze manier zelf uit of ( x 2 ) 3 gelijk is aan x 5 of x 6 .

d

Bekijk de grafiek van y = x 0 . Verklaar waarom die grafiek er zo uitziet.

e

Je kunt x 3 / x 5 schrijven als x -2 , maar ook als 1 / x 2 . Leg dat uit.
Welke rekenregel voor machten volgt hier uit?

f

Waarom is het van belang dat x 0 bij de meeste rekenregels? Bij welke is dat niet belangrijk?

Opgave 5

Bekijk de grafieken van y 1 = x en y 2 = x 0,5 .

a

Wat valt je op? Met welke rekenregel uit de Theorie heeft dit te maken?

b

Laat zien dat x x = x 1,5 .

c

Schrijf y = x 2 x 3 als machtsfunctie, dus in de vorm y = x b .

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 1. Laat zien dat

a

x 2 4 x 3 = 4 x 5

b

( 3 x ) 2 4 x = 36 x 3

c

6 x 8 ( 2 x 2 ) 2 = 1,5 x 4

d

4 x x 3 x 2 = 12 x 2,5

e

12 x 5 3 x 7 = 4 x -2

f

4 ( x 4 ) 6 = 4 x 1,5

verder | terug