Kansmodellen > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

6000  kg à € 2 is € 12000 en 6000  kg à € 1,30 is € 7800. Dit geeft een opbrengst van € 19800.

b

12000  kg à € 2,30 is € 27600 en bij regen 12000  kg à € 1,30 is € 15600.
P(meer dan 2 regendagen) = 1 - P ( X 2 | n = 14 en p = 0,15 ) 1 - 0,6479 = 0,3521 .

c

De verwachte opbrengst is bij de tweede manier 0,3521 15600 + 0,6479 27600 = 23374,80 euro. Dat is meer dan bij de eerste manier van oogsten.

d

Slechte weersverwachting.

Opgave 2

P ( X 12 | n = 25 en p = 0,40 ) = 0,84623

Opgave 3
a

P ( X 17 | n = 19 en p = 0,8 ) 1 - 0,76311 = 0,23689

b

Als P ( X 17 | n = x en p = 0,8 ) 0,1000 dan x = 18 , dus maximaal 18 boekingen.

Opgave 4
a

Zie tabel.

k 0 1 2 3 4 5 6
P ( K = k ) 1/64 6/64 15/64 20/64 15/64 6/64 1/64
b

Verwachting is 3.

c

De kansen blijven gelijk, de waarden echter niet. Nu wordt de verwachting ongeveer 4,23 .

Opgave 5
a

P ( V < 0,15 | μ = 0,17 en σ = 0,015 ) 0,0912

b

P ( A 4 | n = 40 en p = 0,0912 ) 0,7007

Opgave 6Codes
Codes
a

0,995 96 0,6180

b

0,995 96 + 0,995 95 0,005 96 0,9162

c

Een teken wordt alleen verkeerd ontvangen als het drie keer fout wordt gecodeerd of twee keer fout wordt gecodeerd. De bijbehorende kans is 0,005 3 + 0,995 0,005 2 3 0,0000007475 .

d

0,99992525 96 0,9928

Opgave 7Mantoux-reactie
Mantoux-reactie

4 / 989806 0,00000404

Opgave 8EnquÊte
EnquÊte
a

Een vaste medewerker doet x adressen, een student x 30 adressen, totaal 20 x 480 = 1400 adressen. Dit geeft x = 94 . Dus 94 door een vaste medewerker en 64 door een student.

b

16 20 15 19 14 18 13 17 12 16 0,28

c

De 1e en de 2e poging hebben de kansen 0,1 en 0,2 en de derde poging heeft een kans van 0,4. 0,1 0,2 0,4 0,008 (of 0,8%).

d

Eerste keer: 1400 . Tweede poging: 10 % van 1400 is 140 . Derde poging: 20 % van 140 is 28 . Totaal aantal: 1568 .

(bron: examen wiskunde A1,2 havo 2000, eerste tijdvak, opgave 2)

Opgave 9Casino
Casino
a

Het totaal aan uitgaven is ongeveer 663 miljoen gulden, dus het gemiddelde is ongeveer 152,50 gulden

b

P ( B > 3000 | μ = 3500 en σ = 350 ) 0,9234 . Dat zijn ongeveer 0,9234 52 48 zaterdagen.

c

De omzet steeg met 42% en de kosten stegen met 55%. Als in 1994 de omzet 200 miljoen was en de kosten 100 miljoen, dan was de winst 100 miljoen. De omzet steeg met 84 miljoen en de kosten stegen met 55 miljoen. De winst was dan 29 miljoen gestegen.

d

1 - ( 36 37 ) 250 0,999

(bron: examen wiskunde A1,2 havo 2001, eerste tijdvak, opgave 5)

Opgave 10Geld uit de muur
Geld uit de muur
a

Er zijn zes manieren: 50-20, 50-10-10, 20-20-20-10, 20-20-10-10-10, 20-10-10-10-10-10, 10-10-10-10-10-10-10.

b

250 biljetten van 20 euro.

c

P ( B > 400 | μ = 326 en σ = 41 ) 0,0355 . Dus het zal naar verwachting op 0,0355 365 13 dagen voorkomen.

d

P ( B < 175 | μ = 140 en σ = x ) 0,015 geeft x = σ 16,1 .

(bron: examen wiskunde A1,2 havo 2005, eerste tijdvak, opgave 2, gedeelte)

Opgave 11Kleurenblinde en glasbak
Kleurenblinde en glasbak
a

De 50 witte flessen gaan in het gat voor wit. Van de 50 groene en bruine flessen belandt (naar verwachting) de helft in het goede gat. Het totale aantal flessen in een goed gat is dan 50 + 25 = 75 .

b

P(het is een witte fles en hij komt in het gat voor wit) = 0,5 1 .
P(het is een groene fles en hij komt in het gat voor groen) = 0,4 0,8 .
P(het is een bruine fles en hij komt in het gat voor bruin) = 0,1 0,2 .
P(een fles komt goed terecht) = 0,5 + 0,32 + 0,02 = 0,84 .

c

Bijvoorbeeld alle gekleurde flessen in het gat voor groen met de toelichting dat de succeskans in dat geval 0,5 1 + 0,4 1 = 0,9 is.

(bron: examen wiskunde A1,2 havo 2001, eerste tijdvak, opgave 3)

Opgave 12Vlippo's
Vlippo's
a

0,5 4 2 = 0,125

b

0 , 5 3 2 = 0,25

c

4 5 3 5 2 5 1 5 0,0384

d

Bij 13 vlippo's is de kans ongeveer 0,00002 en bij 14 vlippo's is de kans ongeveer 0,000008 . Dus is het antwoord: 13.

(bron: examen wiskunde A1,2 havo 2003, eerste tijdvak, opgave 4)

verder | terug