Bij het in- en uitademen varieert het longvolume (in liters) periodiek met de tijd (in seconden). Stel je voor dat iemand's longvolume varieert tussen en L en dat deze persoon keer per minuut in- en uitademt. Neem verder aan dat een zuivere sinusoïde is.
Op is zijn longvolume maximaal. Bereken de grootste snelheid van uitademen.
Dit is een passende formule: .
Hierin is in seconden (er gaan ademhalingen in seconden, dus de periode is sec.).
De grootste snelheid van uitademen vindt plaats als de grafiek de evenwichtsstand
passeert vanaf een maximum naar een minimum. Bijvoorbeeld op .
Die snelheid is dan gelijk aan de afgeleide van op dat tijdstip.
Nu is: .
En daarom is: .
De maximale snelheid van uitademen in ongeveer L/s.
Leg uit hoe je aan de formule voor komt. Gebruik de begrippen periode, amplitude, evenwichtsstand.
Hoeveel bedraagt zijn longvolume op ?
Hoeveel bedraagt de snelheid waarmee het longvolume verandert op ? Gaat het dan om inademen of uitademen?
Op welke tijdstippen is de snelheid van de uitstromende lucht maximaal?
Differentieer de volgende functies.