Stel bij de volgende gegevens de vergelijking van de cirkel `c` op.
`c` gaat door de punten `P( 0, 4 )` , `Q( 8, 0 )` en `R( 5, 9 )` .
Het middelpunt van `c` ligt op de `x` -as en `c` snijdt de lijn `l` in de punten `A( 6, 6 )` en `B( 10, text(-)2 )` .
Gegeven is de cirkel
`c: x^2 +4 x=5 y-y^2`
.
Laat zien dat het middelpunt van cirkel
`c`
ligt op de lijn
`l: 2 x+2 y=1`
.