Ruimtelijke figuren > Projecties
123456Projecties

Voorbeeld 3

Hier zie je hoe je een parallelprojectie maakt van een regelmatige vierzijdige piramide T . A B C D op een blanco tekenblad. Je gebruikt een wijkhoek van 30 ° en een verkortingsfactor van 0,5.

Het grondvlak is vierkant A B C D met ribben van 4. De hoogte T S is 5. De constructie gaat zo:

  • Teken eerst lijnstuk A B = 4 en teken bij B een hoek van 30 °.

  • Teken B C maar nu met een verkorte lengte: 0,5 4 = 2 .

  • Vervolgens maak je m.b.v. evenwijdige lijnen punt D.

  • Omdat de piramide regelmatig is, zit de top T recht boven het snijpunt S van de diagonalen A C en B D . Je tekent dus eerst S en dan 5 recht daarboven punt T.

  • Tenslotte teken je de opstaande ribben en de figuur is klaar.

Opgave 7

In Voorbeeld 3 zie je hoe je een parallelprojectie tekent op een blanco papier met behulp van een wijkhoek en een verkortingsfactor.

a

Teken een parallelprojectie van een kubus met ribben van 4 cm.
Neem een wijkhoek van 30 o en een verkortingsfactor van 0,5.

b

Teken een parallelprojectie van een balk A B C D . E F G H met A B = 4 , B C = 8 en A E = 2 .
Neem een wijkhoek van 30 ° en een verkortingsfactor van 0,5.

c

Teken een parallelprojectie van een regelmatige vierzijdige piramide T . A B C D met A B = 4 , B C = 4 en hoogte T S = 2 waarbij S het snijpunt van de diagionalen A C en B D van het grondvlak is.
Neem een wijkhoek van 60 ° en een verkortingsfactor van 0,5.

Opgave 8

Van een driehoekig prisma A B C . D E F is het grondvlak A B C een gelijkzijdige driehoek met zijden van 4. De hoogte A D van het prisma is ook 4.

a

Teken dit driehoekige prisma A B C . D E F in parallelprojectie op een rooster.

P is het midden van D E , Q is het midden van E B en R is het midden van E F .

b

Teken de driehoek P Q R in de figuur en op ware grootte.

verder | terug