Je ziet hier een doorsnede getekend in een kubus met ribben van cm. en zijn de middens van de ribben waarop ze liggen.
Je kunt (in gedachten) de figuur zo draaien dat je de punten , , en op één lijn ziet liggen. En daarom weet je zeker dat ze in één vlak liggen. Je kunt het ook zo zien: de snijlijnen in twee overstaande evenwijdige grensvlakken van de kubus (bijvoorbeeld en ) zijn evenwijdig en dus is een plat vlak.
Als je op ware grootte wilt zien moet je de kubus zo draaien dat je er loodrecht op kijkt. Dit is het geval als (bijvoorbeeld) punt recht boven het midden van grondvlak ligt! Dat kun je aantonen door rechthoek op ware grootte te tekenen en te laten zien dat loodrecht staat op als het midden van is.
Je ziet nu dat een ruit is met ribben van cm en een diagonaal van cm. Je tekent hem zelf op ware grootte door eerst te tekenen en dan de zijden vanuit en om te cirkelen.
Bekijk de
Waarom zijn de twee ribben en evenwijdig?
Teken diagonaalvlak op ware grootte en laat zien dat en loodrecht op elkaar staan als het midden van is.
Waarom zie je op ware grootte als je in de richting op dat vlak kijkt?
Bereken zelf de twee diagonalen van ruit .
Teken de ruit op ware grootte en bereken de hoeken ervan.
Bekijk de kubus van de
Leg uit waarom het midden van ook in dit vlak ligt. (Denk aan evenwijdigheid!)
Teken vierhoek in de kubus.
Leg uit dat alle punten van het vlak door , en die binnen de kubus liggen binnen of op vierhoek liggen.