Een punt, een driehoek, een zeshoek.
Ze zijn lijnsymmetrisch.
Zie figuur.
De doorsneden evenwijdig aan zijn allemaal precies dezelfde vierkanten van cm bij cm.
Zie verder de figuur.
Zie de figuur.
Zie de figuur.
Laat bij twijfel je antwoord controleren.
Doen.
Doen.
Trek een lijn door en evenwijdig met . Die lijn gaat ook door en dus is de gevraagde doorsnede.
Gebruik de evenwijdigheid van de snijlijnen.
Gebruik ook nu de evenwijdigheid van de snijlijnen.
Zie figuur.
Zie figuur.
Zie figuur.
Zie figuur.
Zie figuur.
Zie figuur bij a.
Dat is alleen punt .
Dit gaat het gemakkelijkst in een bovenaanzicht van de achtkanter.
Zie hieronder.
Het zijn doorsneden van een kegel met een straal van cm en een hoogte van cm.
In een bovenaanzicht kun je de breedte van elke doorsnede opmeten of berekenen.
De eerste doorsnede is een punt.
De tweede doorsnede heeft een breedte van cm en een hoogte van cm en heeft een paraboolvorm.
De derde doorsnede heeft een breedte van cm en een hoogte van cm en heeft ook een paraboolvorm.
De vierde doorsnede is een gelijkbenige driehoek met een basis van cm en een hoogte van cm.
De vijfde doorsnede is gelijk aan de derde, de zesde doorsnede is gelijk aan de tweede
en de zevende doorsnede is weer een punt.
In een aanzicht kun je de breedte van elke doorsnede opmeten of berekenen.
De eerste doorsnede is een punt.
De tweede doorsnede is een cirkel met een straal van cm.
De tweede doorsnede is een cirkel met een straal van cm.
De vierde doorsnede is een cirkel met een straal van cm.
De vijfde doorsnede is gelijk aan de derde, de zesde doorsnede is gelijk aan de tweede
en de zevende doorsnede is weer een punt.
Zie figuur.
Zie figuur.
Zie figuur.