Hier zie je een aantal evenwijdige doorsneden van een vaas. De doorsneden zijn steeds op een onderlinge afstand van cm genomen. De wanddikte van de vaas is cm. Een mogelijke vaas heeft de vorm van twee afgeknotte kegels op elkaar.
Teken een vaas van die vorm met de kleinste inhoud die bij deze doorsneden past. Zet de afmetingen er bij.
Dit is een afgeknotte octaëder (regelmatig achtvlak). Het oorspronkelijke achtvlak had zes hoekpunten die allemaal cm af lagen van het snijpunt van de drie lichaamsdiagonalen van het achtvlak. De gekleurde vlakjes geven aan hoe de octaëder is afgeknot. Deze vlakjes liggen allemaal cm van verwijderd.
Teken een serie van 7 horizontale doorsneden van deze afgeknotte octaëder die steeds op cm afstand van elkaar liggen.