Hier zie je vooraanzicht en zijaanzicht. Het bovenaanzicht staat bij c.
De hoogte van zo'n trapezium is .
De zijden zijn , en dm.
De hoeken zijn en .
In het bovenaanzicht zie je meteen dat de vier schuine opstaande ribben van het middelste deel niet in één punt samenkomen.
Er zijn veel goede uitslagen mogelijk. Let vooral op de correcte afmetingen van de
trapezia.
Bij twijfel laten controleren!
De afgesneden kegel heeft een hoogte waarvoor geldt: , zodat mm.
De uitslag van dit koffiebekertje is daarom een sector uit een cirkel met een straal
van min een sector uit een cirkel met een straal van met hetzelfde middelpunt. De sectorhoek is . En natuurlijk moet je de bodem (een cirkel met een straal van mm) niet vergeten.
Zie figuur.
De zijden hebben een lengte van , net als de kortste diagonaal.
Elke ruit bestaat dus uit twee gelijkzijdige driehoeken.
De hoeken zijn daarom en .
Zie de figuur hiernaast.
Zie figuur.
is een vierhoek met , , , en m.
, en .
Omdat voorvlak en achtervlak van de schuur evenwijdig zijn, ligt ook in vlak .
Teken het snijpunt van en en trek . Deze lijn snijdt in .
Teken het snijpunt van en en trek . Deze lijn snijdt in .
is de gevraagde doorsnede.
Omdat cm, moet cm om een piramide te krijgen.
cm.
De doorsnede door wordt een gelijkbenige driehoek met een basis van en een hoogte van cm.
De doorsnede door is eenzelfde driehoek.
De doorsnede door wordt een gelijkbenige driehoek met een basis van en hoogte cm.
Dit is een echt pittige opgave, beschouw hem als een uitdaging!
Tetraëder: .
Kubus: .
Octaëder: .
Alle grensvlakken zijn regelmatige veelhoeken. De hoeken daarvan zijn (bij driehoeken), (bij vierhoeken), (bij vijhoeken), (bij zeshoeken), etc. De hoeken om elk hoekpunt van de figuur moeten samen kleiner zijn dan , anders krijg je geen ruimtelijke figuur. Verder komen er in zo'n hoekpunt altijd of meer vlakken bij elkaar. Het aantal mogelijkheden is dus beperkt:
Komen er drie (gelijkzijdige) driehoeken in elk hoekpunt bij elkaar, krijg je een tetraëder (regelmatig viervlak).
Komen er vier (gelijkzijdige) driehoeken in elk hoekpunt bij elkaar, krijg je een octaëder (regelmatig achtvlak).
Komen er vijf (gelijkzijdige) driehoeken in elk hoekpunt bij elkaar, krijg je een icosaëder (regelmatig twintigvlak).
Komen er drie vierkanten in elk hoekpunt bij elkaar, krijg je een kubus.
Komen er drie regelmatige vijfhoeken in elk hoekpunt bij elkaar, krijg je een dodecaëder (regelmatig twaalfvlak).
Alle andere mogelijkheden leveren of meer op voor de hoeken rond elk hoekpunt...
Zie www.ics.uci.edu/~eppstein/junkyard/euler/ voor 19 bewijzen van de formule van Euler (Engelstalig).
Het bovenaanzicht wordt een vierkant met zijden van mm en de twee diagonalen er in.
Bij elk hoekpunt en het snijpunt van de diagonalen komen twee letters: en bij het snijpunt van de diagonalen en verder bij elk hoekpunt de letters van de punten
die recht boven elkaar liggen.
ligt cm boven het midden van het grondvlak. De lengte van is . De lengte van is . De gevraagde lengte is cm.
De lengte van is .
(of , waarbij en de middens zijn van respectievelijk en ). geeft mm (of cm).
(bron: herexamen wiskunde B1,2 havo 2000, opgave 5)
De oppervlakte van de hele kubus is cm2. De oppervlakte van (bijvoorbeeld) is cm2. De gevraagde oppervlakte is cm2.
Zie figuur.
en de hoogte van viervlak is (met zwaartepunt van driehoek ).
De zwaartelijnen van zijn en .
, dus .
De hoogte van boven de sokkel is .
is minder dan (cm).
(bron: examen wiskunde B1,2 havo 2001, opgave 5, aangepast)
Je krijgt drie gelijkbenige rechthoekige driehoeken met rechthoekszijden van cm.
De afstand van tot de muur is gelijk aan . . De gevraagde afstand is cm.
De grijze (rechthoekige) driehoeken hebben een hoek van bij de hoekpunten , en .
De rechthoekszijde van een gearceerde driehoek die bij een hoekpunt ligt, is .
De schuine zijde van een gearceerde driehoek is .
cm.
(bron: herexamen wiskunde B1,2 havo 2004, opgave 3, aangepast)