De oppervlakte van een figuur vind je door hem te verdelen in rechthoeken en halve rechthoeken, dat geldt zelfs (als benadering) voor een cirkel. Van een rechthoek weet je de oppervlakte: .
Hier zie je hoe de oppervlakte van een driehoek de helft is van de oppervlakte van
de rechthoek waarvan de lengte gelijk is aan de basis en de breedte gelijk is aan
de hoogte van de driehoek:
In de figuur zie je dat zolang basis en hoogte niet veranderen ook de oppervlakte
van de driehoek niet verandert. Je kunt dus de vorm van de driehoek veranderen door
evenwijdig aan de basis te verschuiven zonder de oppervlakte te veranderen. Dit heet
het principe van Cavalieri.
Op vergelijkbare wijze vind je oppervlakteformules voor een parallellogram, een trapezium,
een vlieger, een gelijkzijdige driehoek, een ruit, enzovoorts.
En de cirkel dan...?
Bekijk de applet in de
Beweeg punt tot punt tussen en ligt en . Laat zien dat de oppervlakte van inderdaad is door hem in twee halve rechthoeken te verdelen.
Doe hetzelfde als .
Teken zelf zo'n scherphoekige driehoek . Neem aan dat , , en . Toon aan dat opp.
Beweeg punt tot punt links van ligt en . Laat zien dat de oppervlakte van inderdaad is door van halve rechthoeken gebruik te maken.
Teken zelf zo'n stomphoekige driehoek met links van . Neem aan dat , en . Toon aan dat opp.