De oppervlakte van een cirkel met straal vind je door hem op te delen in gelijkbenige driehoekjes met het middelpunt als tophoek en de twee andere hoekpunten
op de cirkel. Als groot genoeg is ontstaan er driehoeken met een hoogte van (ongeveer) en een basis van (ongeveer) .
De omtrek van een cirkel met straal is .
De oppervlakte van de cirkel is dan:
.
En uit de formule voor de oppervlakte van een cirkel kun je dan weer de oppervlakte
van een cirkelsector (zie
Bekijk de
Leg uit hoe daarin de formule voor de oppervlakte van de cirkel wordt afgeleid uit
die voor de omtrek.
Welke aannames worden er gedaan?