De kap bestaat uit een balk van bij bij , een balk van bij bij en vier kwartpiramides die je kunt samenvoegen tot een piramide met grondvlak bij en hoogte 3.
(Het middenstuk is geen afgeknotte piramide!)
Inhoud dm3.
Opp dm2.
Het bekertje is een afgeknotte kegel, waarvan het weggehaalde deel een kegel is met
een hoogte waarvoor .
Daaruit volgt: mm.
De inhoud van het bekertje is mm3 en dat is ongeveer cm3, dus liter.
De oppervlakte aan plastic is mm2.
Het percentage aan vet is .
De straal van een tennisbal is . De drie ballen hebben dan samen een volume van .
De koker heeft een volume van .
Dus deel is lucht, dat is %.
De binnenkant van de fruitbak is een afgeknotte kegel met een hoogte van cm. De hoeveelheid plastic is cm3.
Het gewicht is ongeveer gram.
De hoogte van het bovenste deel van de piramide is deel van de hele piramide. De inhoud van het bovenste deel is daarom deel van de hele piramide. De gewichten van beide delen verhouden zich als : 27.
Zie figuur hieronder.
Zie figuur bij c.
Zie punt in de uitslag. , = 6, , .
. Dus cm en een stang van cm is te kort.
en dus .
en dus .
en dus .
Zie de voorgaande antwoorden. De Meeh-coëfficiënten van deze voorwerpen zijn laag, want ze hebben een vrijwel ideale vorm.
De gevraagde hoek is gelijk aan in de rechter figuur in de opgave. dus gevraagde hoek is ongeveer .
Zie de verkleinde figuur hieronder.
. De omtrek van de achthoek is . Er is ongeveer cm lint over.
De vier lange zijden hebben een lengte van cm. De vier korte zijden hebben een lengte van cm. De totale omtrek is (afgerond) cm. Er blijft cm lint over.
De afstand van lijn tot lijn is . De oppervlakte van vierhoek is . De totale oppervlakte is cm2.
(bron: examen wiskunde B1,2 havo 2003, opgave 1)
, dus .
Punt tekenen uitgaande van de ligging van lijnstuk . Dan de cirkelboog tekenen en de tekening verder afmaken (hoek van of spiegeling in lijn gebruiken).
. De middellijn is cm.
Op eenderde deel van de hoogte is gelijk aan . Op eenderde deel van de hoogte is gelijk aan 4. De oppervlakte is cm2.
(bron: examen wiskunde B1,2 havo 2004)
De oppervlakte van de rechthoek is cm2. De oppervlakte van de twee halve cirkels is samen cm2. De oppervlakte van de vlakke zijkant is cm2.
De hoogte van een rechthoekige driehoek met schuine zijde en basishoek 40° moet worden berekend. De hoogte is . De binnenkant van het doosje moet minimaal cm hoog zijn.
geeft .
Deze vergelijking kun je oplossen met de -formule. Dit geeft .
De totale diameter van een kaas is (ongeveer) cm en dus er passen maximaal kazen naast elkaar.
en invullen in de gegevens formule geeft .
(bron: herexamen wiskunde B havo 2009, opgave 1)