Als een formule een verband tussen twee variabelen beschrijft, kun je vaak een grafiek
tekenen.
Stel je voor dat iemand m2 graszoden heeft gekocht. Daarmee kun je verschillende rechthoekige grasveldjes leggen.
Tussen lengte en breedte (in m) van deze veldjes bestaat dan dit verband:
lengte · breedte =
Bij deze formule kun je een tabel maken en een grafiek tekenen. Je begint met een tabel en een "leeg" assenstelsel.
lengte | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 10 | 15 | 30 |
breedte |
Als lengte = dan is · breedte = .
En dus is dan breedte = .
Dit komt in de tabel.
In het assenstelsel komt het punt .
Als lengte = dan is · breedte = .
En dus is dan breedte = .
Dit komt in de tabel.
In het assenstelsel komt het punt .
En zo vul je de tabel verder in.
De bijbehorende punten komen in het assenstelsel.
Tenslotte teken je een (kromme) lijn door de getekende punten.
lengte | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 10 | 15 | 30 |
breedte | 30 | 15 | 10 | 7,5 | 6 | 5 | 3 | 2 | 1 |
Gebruik de formule: oppervlakte(rechthoek) = lengte × breedte.
Stel dat gegeven is: lengte = m. Vul dit in de formule in. Geef de formule die hierdoor ontstaat.
Stel je voor dat: oppervlakte = m2. Schrijf op hoe de formule dan wordt.
Van een rechthoek is bekend dat het een vierkant is. Schrijf de formule op die voor deze rechthoek het verband tussen oppervlakte en lengte beschrijft.
De volgende grafieken horen bij de formules uit a, uit b of c.
Schrijf bij elke grafiek de juiste formule, zet de juiste variabelen bij de assen en maak er een goede schaalverdeling bij.
Voor een abonnement voor mobiele telefonie betaal je
€
24 per maand en nog eens eurocent per belminuut. De totale kosten per maand hangen dus af van het aantal belminuten
per maand.
Die totale kosten kun je omrekenen naar kosten per belminuut.
Leg uit, dat er voor de kosten per belminuut geldt: waarin het aantal belminuten in een maand voorstelt.
Teken een grafiek bij deze formule. Neem aan dat . Bekijk eventueel
Bij hoeveel belminuten betaal je eurocent per minuut?