Zoek op internet: een windmolen gaat draaien vanaf windkracht 2 tot 3 (zo'n m/s) en wordt stilgezet boven windkracht 10 tot 12 (zo'n m/s).
In een grafiek laat je waarden van tot m/s aannemen.
en kW/uur.
De wortel uit een negatief getal levert geen reëel getal op. Je neemt dus voor alleen de waarden en alle getallen boven .
Doen, neem voor bijvoorbeeld de getallen , , , , en om gehele getallen als uitkomst te krijgen.
Ook de uitkomsten zijn alleen de waarden en alle getallen boven .
Zeker weet je dat niet, wellicht moeten grotere molens eerder worden stilgezet, maar het zou goed kunnen dat er geen verschil is. Dan is .
en .
(Je gebruikt een puntkomma als scheidingsteken omdat je anders in de war raakt met
de decimale komma.)
Uit alle getallen vanaf en groter. Dit komt omdat de wortel uit een negatief getal geen reële waarde heeft.
De pijl betekent dat de toegestane getallen oneindig groot kunnen worden. Het rechterhaakje krijgt een andere vorm omdat er aan de rechterkant geen eindwaarde is te vinden die nog bij het interval hoort, je kunt steeds maar doorgaan.
Bijvoorbeeld , , , enzovoorts.
Alleen functiewaarden vanaf en hoger komen voor.
Controleer dat .
Uit de gegeven formule lees je de top van de parabool af: .
Zie figuur.
Van boven naar beneden: , , , en .
Bij grafiek I: en .
Bij grafiek II: en .
Bij grafiek III: en
en .
en .
Doen.
en
min., max. en min.
Bijvoorbeeld en
venster: ×
m.
m
en
en
en
en
×
en
, en
m na s.
en
m
s
is tegen de tijd uitgezet
in
in
en
en
en
, en
Doen.
m.