Los de volgende ongelijkheden algebraïsch op.
Hoeveel cent per kilometer ben je kwijt aan benzine en onderhoud samen?
Hoeveel kost je deze Smart per jaar als je er km/h mee rijdt?
Stel een ongelijkheid op bij de vraag: Hoeveel kilometer per jaar mag je maximaal met deze Smart rijden als je minder dan € 4000,00 kwijt wilt zijn dat jaar? Los daarna die ongelijkheid algebraïsch op.
Eigenlijk geldt het onderhoudsabonnement van cent per gereden kilometer pas vanaf km/jaar. Rijd je minder, dan betaal je alsof je km/jaar rijdt. Stel het complete functievoorschrift op voor de jaarlijkse kosten als functie van het aantal gereden kilometers.
Twee auto’s rijden op de A1, beide met een (ongeveer) constante snelheid. Bestuurder A houdt een snelheid van km/h aan. Bestuurder B rijdt met km/h. Als bestuurder B bij de IJsselbrug bij Deventer komt ligt hij kilometer achter op bestuurder A. Het tijdstip waarop dat gebeurt is . De afstand (in kilometers) tot Deventer wordt voorgesteld door .
Stel bij beide auto’s een lineaire functie voor op.
Bereken na hoeveel minuten auto A door B wordt ingehaald.
Bereken algebraïsch hoe lang hun onderlinge afstand minder dan kilometer is.
Gegeven is de functie met .
Los algebraïsch op: .
Los algebraïsch op: .