Teken de lijnen met de volgende vergelijkingen en bereken als dat mogelijk is de richtingscoëfficiënt:
In een bak zitten pakjes. In een aantal van die pakjes zit een cadeautje van
€
9,
in de overige zit een cadeautje ter waarde van
€
1. Het totale bedrag aan cadeautjes
in de bak is
€
3000.
De vraag is: Hoeveel pakjes met een cadeautje van
€
9 zitten er in de bak?
Stel twee lineaire vergelijkingen op om dit probleem op te lossen.
Breng de lijnen die bij deze vergelijkingen horen in beeld op je grafische rekenmachine.
Bepaal de oplossing van het probleem.
Waarom is in dit geval een grafische oplossing heel nauwkeurig?