Lineaire verbanden > Lineaire modellen
12345Lineaire modellen

Voorbeeld 3

Bekijk de applet

Je kunt de formule voor het lineaire verband in Voorbeeld 1 ook zo opstellen.

De punten A ( 1 , 2 ) en B ( 2,5 ; 3 ) moeten aan de vergelijking y = a x + b voldoen:

  • A ( 1 , 2 ) geeft: 2 = a + b .

  • B ( 2,5 ; 3 ) geeft: 3 = 2,5 a + b .

Trek je beide vergelijkingen van elkaar af, dan vind je: 1 = 1,5 a .
Dus a = 2 3 .
En (na invullen): b = 4 3 .
De vergelijking van de lijn is y = 2 3 x + 1 1 3 .

Opgave 5

In Voorbeeld 3 tref je een andere manier aan om de vergelijking van een lijn door twee gegeven punten op te stellen.
Lijn l gaat door de punten ( -3 , 2 ) en ( 17 , 10 ) .

Stel een vergelijking van l op door deze methode toe te passen.

Opgave 6

Je ziet hier twee lijnen l en m .

a

Stel van elk van deze lijnen een vergelijking op.

b

Bereken vervolgens exact het snijpunt van beide lijnen.

Opgave 7

Dit zijn twee bijzondere situaties:

a

Stel een vergelijking op van de lijn door ( 2 , 1 ) en ( 12 , 1 ) .

b

Stel een vergelijking op van de lijn door ( 2 , 1 ) en ( 2 , 10 ) .

verder | terug