Lineaire verbanden > Lineaire modellen
12345Lineaire modellen

Testen

Opgave 14

In deze figuur staan twee lijnen l en m .

Stel van elk van deze lijnen een vergelijking op.
Bereken vervolgens algebraïsch het snijpunt van beide lijnen.

Opgave 15

Stel een vergelijking op van de rechte lijn die beschreven wordt door:

a

De lijn gaat door de punten ( 40 , 32 ) en ( 34 , 56 ) .

b

De lijn heeft richtingscoëfficiënt -2 en gaat door ( -2 , 4 ) .

c

De lijn gaat door ( 3 , 2 ) en is evenwijdig aan de y -as.

Opgave 16

De uitzetting van een metalen staaf verloopt lineair met de temperatuur T als deze gelijkmatig wordt verhit. In de natuurkunde wordt daarvoor de formule:
l ( T ) = l ( 0 ) ( 1 + α · T )
gebruikt, waarin l ( T ) de lengte (in m) van de staaf na het verhitten tot T °C is. De constante α heet de lineaire uitzettingscoëfficiënt.

a

Wat stelt l ( 0 ) voor?

b

Voor ijzer geldt: α = 9 10 -6 .
Ga uit van een ijzeren staaf met l ( 0 ) = 0,5 m.
Hoe lang is deze staaf op kamertemperatuur (20°C)?
Tot hoeveel graden Celsius moet je hem verhitten om de staaf 1  mm langer dan l ( 0 ) te laten worden?

c

Voor koper geldt: α = 1,7 10 -5 .
Een staaf koper van 50  cm bij 20°C wordt verhit tot 100°C. Bereken de lengte van deze staaf bij 100°C.

verder | terug