Lineaire verbanden > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Ton: 15000 60 = 250 m/min
Henk: 12000 60 = 200 m/min

b

2 minuten, dus 400  m.

c

Ton: a = 250 t , t in minuten en a in meter.

d

Henk: a = 400 + 200 t .

e

Voer in: Y1=250X en Y2=400+200X. Venster: 0 x 10 en 0 y 1000 .
Ton heeft 1000 m afgelegd na 4 minuten. Henk is na 3 minuten aan de eindstreep. Ton moet dan nog 250 m.

Opgave 2
a

y = 3 2 x - 8 , dus de r.c. is 3 2 .

b

y = - 1 3 x + 2 , dus de r.c. is - 1 1 .

c

y = 0,5 x 0,5 , dus de r.c. is 0,5.

d

y = 2 , dus de r.c. is 0.

Opgave 3
a

x = 3,36 en y = -0,48

b

a = 200 en K = 72

c

p = 746,4 en q = 13,4 of p = 53,6 en q = 186,6

d

x = -3 en y = 9 of x = 2 en y = 4

Opgave 4

Noem het aantal euro dat in fonds A is belegd a en het aantal euro dat in fonds B is belegd b .
Je vindt dan het stelsel:

{ a + b = 10000 0,10 a + 0,14 b = 1180 .

Dit geeft: a = 5500 en b = 4500

Opgave 5

l : y = 17 48 x + 91 6 en m : y = - 3 x + 20 geeft snijpunt ( 232 161 , 2524 161 ) .

Opgave 6
a

Denk om de sprong in de grafiek.

b

Als a 600 , dan K = 21 + 0,13 a .
Als a > 600 , dan K = 48 + 0,08 a .

c

Extra stoken om in het tarief van de grootverbruiker te vallen.

d

Groot en klein verbruik even duur als 21 + 0,13 a = 48 + 0,08 a , dus als a = 540 . Dus vanaf 540 m3.

e

Zorgen dat de lijnen netjes aansluiten, dus bijvoorbeeld de grens van 600 verlagen naar 540.

Opgave 7Afgelegde weg, snelheid en versnelling
Afgelegde weg, snelheid en versnelling
a

140  km/h 38,9 m/s. Voor de snelheid van de motor geldt v ( t ) = 4 t . Na ongeveer 9,7 s rijdt de motor ongeveer 38,9 m/s.

b

Ongeveer 6 38,9 233,3 m.

c

a ( t ) 233,3 + 38,9 t

d

200  km/h 55,6 m/s. Zo snel rijdt de motor ongeveer 13,9 s na t = 0 . Hij doet er dus ongeveer 13,9 s over.

e

Zie antwoord bij f.

f

Voor de motor geldt tijdens het versnellen m ( t ) = 1 2 4 t 2 . Zijn topsnelheid is op t 13,9 bereikt. Hij heeft dan ongeveer 385,8  m afgelegd. Daarna wordt de grafiek van zijn afgelegde weg m ( t ) een rechte lijn. Die lijn heeft richtingscoëfficiënt 55,6 en gaat door ( 13,9 ; 385,8 ) . De bijpassende formule is daarom: m ( t ) 55,6 t - 385,8 .
De motor haalt de auto in als a ( t ) = m ( t ) dus 233,3 + 38,9 t = 55,6 t - 385,8 . Dat is ongeveer 37,15 seconden na het starten van de motor.

Opgave 8Snelkookpan
Snelkookpan
a

Doen. De temperatuur is in °C en de druk in atmosfeer.

b

121,43 °C.

c

3,33 atmosfeer.

Opgave 9Cijfers vaststellen
Cijfers vaststellen
a

c = 9 80 s + 1

b

5,5 = 9 80 s + 1 geeft s = 40

c

c = 9 70 s + 1 als 0 s 35 en c = 1 10 s + 2 als 35 s 80

d

Een 6,4.

e

Maximaal een 6,3 en minimaal een 5,2.

Opgave 10Schofthoogte
Schofthoogte
a

Lijn gaat door ( 5 , 85 ) en ( 25 , 125 ) . De richtingscoëfficiënt = 125 - 85 25 - 5 = 2 . De formule wordt s = 2 m + 75 .

b

Maak even een print van de figuur.

c

2 m + 75 = 5 m + 16 als m 19,7 . Dus bij 197 mm.

d

2 m + 75 - 5 m - 16 = 4 geeft m 18,3 .
5 m + 16 - 2 m - 75 = 4 geeft m 21,0 .
Dus de verticale afstand tussen beide lijnen is minder dan 4 als 18,3 < m < 21,0 .

e

Ras A: lijn door ( 110 , 400 ) en ( 120 , 470 ) geeft g = 7 s - 370 . Als m = 21 dan is s = 117 en g = 449 kg.
Ras B: lijn door ( 110 , 380 ) en ( 120 , 435 ) geeft g = 5,5 s - 225 . Als m = 21 dan is s = 121 en g = 440,5 kg.

(bron: examen wiskunde A havo 1990, eerste tijdvak)

verder | terug