Twee hardlopers lopen m in een vrijwel constant tempo. Ton loopt met een snelheid van km/h, Henk met een snelheid van km/h. Henk begint minuten eerder aan de m dan Ton.
Hoe groot zijn hun snelheden in meter per minuut?
Hoeveel m ligt Henk op Ton voor als Ton aan zijn m begint?
Voor Ton geldt de formule , waarin de tijd en de afgelegde afstand (vanaf de start van de m) is. Welke eenheden zijn er gebruikt?
Welke formule met dezelfde variabelen geldt dan voor Henk?
Breng beide grafieken in beeld. Wie is het eerst aan het einde van de m gekomen en hoeveel lag hij toen op de ander voor?
Breng de volgende lineaire vergelijkingen in beeld op de grafische rekenmachine. Bepaal telkens de richtingscoëfficiënt van de lijn.
Los de volgende stelsels vergelijkingen op.
Iemand investeert € 10000 die voor hem worden belegd in twee aandelenfondsen A en B. De aandelen in fonds A leveren minder winst op, maar er is weinig risico dat ze sterk in waarde dalen. Fonds B lijkt meer winst op te gaan leveren, maar er is een groter risico mee verbonden. Het fonds A levert na een jaar een winst van % op, het fonds B levert na een jaar % winst. In totaal wordt er € 1180 aan winst aan deze investeerder uitgekeerd.
Hoeveel geld is er voor hem in fonds A belegd? Was het een voorzichtige belegging?
Stel een vergelijking op van de lijn door de punten en en een vergelijking van de lijn met richtingscoëfficiënt en door .
Bereken algebraïsch het snijpunt van beide lijnen.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw bestonden er verschillende tarieven voor het gebruik van aardgas. (Voor het gemak zijn de bedragen omgerekend in euro). In een zekere plaats gold:
bij een jaarverbruik tot m3: vastrecht € 21 per jaar en daar bovenop € 0,13 per verbruikte m3;
bij een jaarverbruik vanaf m3: vastrecht € 48 per jaar en daar bovenop € 0,08 per verbruikte m3.
Teken een grafiek van de jaarlijkse kosten voor een gasverbruik a lopend van tot m3.
De grafiek van a valt in twee delen uiteen. Voor elk van die delen zijn de jaarlijkse kosten een lineaire functie van , het aantal verbruikte m3. Geef van elk van die lineaire functies een formule.
Een tuinder die aan de meterstand zag dat hij op een jaarverbruik van ongeveer m3 uit zou komen, ging gas afbranden. Wat wordt daarmee bedoeld? Waarom deed hij dat?
Vanaf welk jaarverbruik leverde toen het gas afbranden een besparing op?
Welke maatregelen kon het gasbedrijf treffen om gas afbranden te voorkomen?