Los op . Dat geeft , dus jaar.
, dus passagiers.
, , horizontale asymptoot .
, , horizontale asymptoot .
geeft .
, geeft met de GR .
Met .
en . Dat geeft .
Er wordt % doorgelaten, dus % wordt geabsorbeerd.
Los op , dus . De GR geeft .
De groeifactor per mm is .
Doen, gebruik je GR.
Als dan en . Dus hoort bij de melk en hoort bij de cola.
Cola had kamertemperatuur, dus kamertemperatuur is °C.
Met GR snijpunt bepalen geeft , dus na minuten.
Los op , dus . De GR geeft , dus jaar en maand.
Los op . De GR geeft jaar.
ligt midden tussen en , schatting jaar.
1971: mld; 1988: mld; 1900: mld; 0: mld, hetgeen nogal ongeloofwaardig is. De aanname, dat de groeifactor constant is, is dus onjuist.
mld.
mld. Dus de mld volgens het Wereldbevolkingsrapport uit 1999 zit daar ver onder.
Uit het voorgaande resultaat volgt dat de groei van de wereldbevolking zal afremmen. En dat moet ook wel want onze planeet heeft te weinig grondstoffen om een exponentieel groeiend aantal mensen op den duur van voedsel en woonruimte te voorzien.
Het aantal volwassen vissen in een bepaald jaar bereken je zo:
200.000 + 2/3 ⋅ aantal volwassen vissen van het voorgaande jaar + 0,10 ⋅ 5.000.000
Doen, gebruik je GR.
Begin met . Uit volgt . Gebruik bijvoorbeeld om te berekenen.
De groei wordt op den duur steeds langzamer.
Elke nacht wordt % van het water ververst, % niet, dus er blijft g ureum over. De tweede dag komt er weer g ureum bij, samen g. Aan het begin van de derde dag is daar nog % van over: g.
Begin dag 3: g en eind dag 3: g.
Begin dag 4: g en eind dag 3: g.
Begin dag 5: g en eind dag 3: g.
Dus in de loop van de vijfde dag.
Nu wordt % van het totaal ververst. Er blijft dus % van over, dat is .
voor elke , dus voor elke .
Eigen antwoord.
(bron: examen wiskunde A havo 1989, tweede tijdvak)
oplossen met de GR geeft . Na jaar is het bedrag verdubbeld.
. Dit betekent een rente van per jaar en dat is ongeveer %.
, dus %.
en dus is .
De groeirekening moet een rentepercentage hebben van %.
(bron: examen wiskunde A havo 2004, tweede tijdvak)
In 1972 zijn er transistoren per chip. Er komen bij lineaire groei per jaar bij, dus jaar na 1972 zijn er dan transistoren per chip. Dat is in 1982.
In 1997 is en . Het getal zit daar % onder.
geeft .
(bron: examen wiskunde A havo 2005, eerste tijdvak)