Periodieke functies > Cosinusfuncties
1234567Cosinusfuncties

Theorie

Bekijk de applet: Cosinusfunctie

Je ziet hier de grafiek van f ( x ) = cos ( x ) met x in radialen.
Verder zijn de oplossingen van cos ( x ) = c aangegeven ( c is een constante).

De oplossing van cos ( x ) = c binnen [ 0 , 1 2 π ]   is arcuscosinusc: x = arccos ( c ) .
Binnen één periode is (vaak) nog een oplossing.
Vanwege de symmetrie van de grafiek is die tweede oplossing x = - arccos ( c ) .

Vanwege de periode van 2 π zijn alle oplossingen van cos ( x ) = c :
x = arccos ( x ) + k 2 π x = - arccos ( x ) + k 2 π met k een geheel getal.

De vergelijking cos ( x ) = c heeft alleen oplossingen als -1 c 1 .

Verder lijkt de grafiek van de cosinusfunctie sterk op die van de sinusfunctie. Er bestaan dan ook diverse verbanden tussen beide.

Bekijk de applet: Eenheidscirkel

De grafiek van f ( x ) = cos ( x ) met x in radialen, de standaard cosinusgrafiek lijkt sprekend op de standaard sinusgrafiek en de periode is ook 2 π . Hij is alleen 1 2 π naar links verschoven ten opzichte van de standaardsinus.
Dit betekent dat cos ( x ) = sin ( x + 1 2 π ) .

Verder kun je de sinus en de cosinus van dezelfde hoek in één eenheidscirkel tekenen. Je ziet dan dat voor de coördinaten van punt P geldt: x P = cos ( α ) en y P = sin ( α ) .
En dan kun je met de stelling van Pythagoras nagaan, dat:
( sin ( α ) ) 2 + ( cos ( α ) ) 2 = 1
Om het aantal haakjes te verminderen schrijf je dit als:
sin 2 ( α ) + cos 2 ( α ) = 1

Er zijn enkele waarden die handig zijn om te gebruiken:

  • cos ( 0 ) = 1

  • cos ( 1 6 π ) = 1 2 3

  • cos ( 1 4 π ) = 1 2 2

  • cos ( 1 3 π ) = 1 2

  • cos ( 1 2 π ) = 0

en omgekeerd:

  • arccos ( 0 ) = 1 2 π

  • arccos ( 1 2 ) = 1 33 π

  • arccos ( 1 2 2 ) = 1 4 π

  • arccos ( 1 2 3 ) = 1 6 π

  • arccos ( 1 ) = 1

Worden er exacte uitkomsten gevraagd, dan gebruik je deze waarden.

verder | terug