Kansrekening > Kansbomen
12345Kansbomen

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

0,25 0,25 = 0,0625

b

Hij kan nu één keer scoren of twee keer scoren, die kansen moet je optellen. Je vindt dan 0,4375.

c

Per vier doelpogingen één score (gemiddeld).

Opgave 2
a

Doen.

b

`0,255`

c

`0,0255`

d

`0,2475`

Opgave 3
a

`0,057475`

b

`0,996625`

c

`0,06075`

Opgave 4
a

Met terugleggen, de kans per schot blijft gelijk.

b

Na elk schot verandert het schotpercentage, het is een gemiddelde over alle schoten tot dat moment

Opgave 5
a

Doen.

b

P ( r w ) = 2 6 4 6 = 8 36

c

P ( r w ) + P ( w r ) = 16 36 = 4 9

Opgave 6
a

Doen.

b

P ( r w of w r )= 2 6 4 5 + 4 6 2 5 = 8 15

c

P ( r r of w w )= 7 15

Opgave 7
a

( ( 6 ) , ( 2 ) )

b

`8` van verschillende kleur en 7 van gelijke kleur

c

Doen.

Opgave 8
a

Iemand kan meerdere taken uitvoeren.

b

300 719

c

64 719

d

`594/719`

Opgave 9
a

Niemand mag meerdere taken uitvoeren.

b

240 504

c

48 504

d

444 504

Opgave 10
a

`0,04`

b

`0,63`

c

`0,96`

Opgave 11
a

3 8

b

3 8

c

5 14

d

1 8

e

3 64

f

Ja, nu 25 64

Opgave 12
a

Doen.

b

5 18

Opgave 13
a

0,04

b

0,08

c

4 90

d

8 90

e

Doen.

f

M.T.: 21 50
Z.T.: 21 45

g

Als je er een rood (groen) balletje uit haalt, wordt daarna de kans op een groen (rood) balletje iets groter.

Opgave 14
a

1 54

b

1 36

c

2 27

d

`5` rode (geen zes) met 1 wit balletje; drie keer trekking MT.

Opgave 15
a

Doen.

b

64 3375

c

528 3375

d

1320 3375

Opgave 16
a

Doen.

b

24 2730

c

396 2730

d

720 2730

Opgave 17
a

Doen.

b

Ja, die kans is `0,0625` .

c

In het eerste geval: 210 2912 > 210 3120 .

Opgave 18
a

Doen.

b

726 20736

verder | terug