Je trekt een lot uit een serie met de nummers 10, 11, 12, ..., 99.
Heb je een 2 of een 3 in het lotnummer, dan heb je een prijsje.
Hoe groot is de kans hierop?
Eerst het cijfer 2:
de kans op links een is en de kans op rechts een 2 is
Dus de kans op een 2 is (denk aan 22): .
De kans op een 3 in het lotnummer is op dezelfde manier .
De kans op een 2 of een 3 in het lotnummer is (denk aan 23 en 32): .
Bekijk
Wat is de kans dat het getrokken briefje het cijfer bevat?
Wat is de kans dat het getrokken briefje het cijfer en het cijfer bevat?
Wat is de kans dat het getrokken briefje het cijfer of het cijfer bevat?
Bereken de kans dat het getrokken briefje geen en ook geen bevat? Maak gebruik van de complementregel.
Je gooit met twee gewone dobbelstenen, een rode en een witte. is het aantal ogen op de rode dobbelsteen, dat op de witte.
Maak een overzicht van alle mogelijkheden.
Hoe groot is ?
Hoe groot is ?
Hoe groot is en ?
Hoe groot is of ?
Sluiten de gebeurtenissen en elkaar wederzijds uit?