Kansrekening > Toevalsvariabelen
12345Toevalsvariabelen

Verkennen

Opgave 1

Bij basketbal wordt per speler het schotpercentage bijgehouden. Als iemand een schotpercentage van 25 heeft, scoort hij bij één op de vier doelpogingen. Je kunt dit percentage daarom opvatten als zijn trefkans bij elke doelpoging. X stelt het aantal scores voor bij drie doelpogingen.

a

Welke waarden kan X aannemen?

b

Bereken bij elke waarde van X de bijbehorende kans.

c

Hoeveel verwacht je van hem?

verder | terug