Kansrekening > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

`40` rode, 40 witte en 20 blauwe balletjes, trekking met terugleggen; P ( 4 keer rode `) = 0,0256` .

b

`10` rode en 15 witte balletjes, trekking zonder terugleggen; P ( `3` uit A ) 0,0522

c

`6` verschillende balletjes en drie keer trekken met terugleggen; `text(P)(15 text( ogen ) ) = 5/216` .

d

`10` verschillende balletjes en vier keer trekken met terugleggen; P (PINcode goed) `= 0,0001` .

Opgave 2
a

Doen.

b

`0,19737`

c

`0,2193`

d

P ( R = 0 ) 0,0833 ; P ( R = 1 ) 0,4167 ; P ( R = 2 ) 0,4167 ; P ( R = 3 ) 0,0833 . De verwachtingswaarde is `1,5` .

Opgave 3
a

`2` %

b

`58` %

c

`94` %

d

`3,3` % en `15` %.

Opgave 4Hoe betrouwbaar is een keten?
Hoe betrouwbaar is een keten?
a

0,9 5 0,59049

b

`84` %

c

`95` %

Opgave 5

P(meisje links en ouders rechts)= 72 104 en P(jongen links en ouders rechts)= 96 136 .
P(alle vier de ouders rechts)= 72 104 96 136 en dat is ongeveer `49` %, dus niet uitzonderlijk.

Opgave 6
m 0 1 2 3 4 5
P ( M = m ) 0,0040 0,0992 0,3968 0,3968 0,0992 0,0040

Dus de verwachtingswaarde is `2,5` .

Opgave 7Chuck-a-luck
Chuck-a-luck
a

Maak een kansboom.

Zie tabel.

w -1 0 1 9
P ( W = w ) 125 316 75 216 15 216 1 216
b

Ongeveer - 0,56 per ingelegde euro.

c

Meteen doen, het levert veel geld op!

Opgave 8Sterftetabellen
Sterftetabellen
a

`0,30` %

b

`15,43` %

c

`0,7969`

d

`0,2031`

e

Bij elk levensjaar na zijn 50ste bereken je de kans dat hij dat jaar overleeft. Daarna elke kans met 1 jaar vermenigvuldigen en alles optellen geeft een verwachting dat die man nog ongeveer 32,4 jaar te leven heeft.

f

De verzekeringsmaatschappij krijgt rente over je geld.

g

Is afhankelijk van de rentestand, of je man of vrouw bent.

Opgave 9Wijn proeven
Wijn proeven
a

`479001600`

b

P(2 goede) = 0, P(3 goede) = 1 6 , P(0 goede) = 1 3 en P(1 goede) = 1 2 .

c

21 1296

(bron: voorbeeldexamen wiskunde A1,2 vwo 2001)

Opgave 10Vierkeuzevragen
Vierkeuzevragen
a

-0,25

b

0,86

c

p A = 1 en de rest 0; p B = 1 en de rest 0; p D = 1 en de rest 0.

d

De verwachte score bij mogelijkheid II is 0 en die bij mogelijkheid III is 1 6 .

e

a < 0,61

(bron: examen wiskunde A1,2 vwo 2004, eerste tijdvak)

verder | terug