Discrete kansmodellen > Binomiale stochasten
123456Binomiale stochasten

Voorbeeld 1

Je met `10` dobbelstenen. Hoe groot is de kans dat er `4` zessen boven komen te liggen?
En hoe groot is de kans dat er hoogstens `4` zessen boven komen te liggen?

> antwoord

Het aantal zessen dat boven komt is een binomiale stochast `X` met parameters `n=10` en `p=1/6` .
De gevraagde kans is: `text(P)(X=4 | n=10 text( en ) p= 1/6)` .

Je kunt deze kans zelf berekenen:
`text(P)(X=4 | n=10 text( en ) p= 1/6) = ((10),(4)) * (1/6)^4 * (5/6)^6 ~~ 0,0543` .

De grafische rekenmachine kan deze kans ook in één keer voor je berekenen.
Dat is zeker handig als je de kans op hoogstens `4` zessen wilt weten. Want in plaats van de kansen voor `X=0, 1, 2, 3, 4` afzonderlijk te berekenen en dan op te tellen, kan de GR dit in één keer.

De kans op hoogstens `4` zessen is: `text(P)(X≤4|n=10 text( en ) p=1/6) ~~ 0,9845` .

Opgave 4

Bekijk in de theorie wat een Bernoulli-experiment is en wat onder een binomiale kansverdeling wordt verstaan.

a

Bij het Bernoulli-experiment hoort de stochast `B` . Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van `B` .

b

`X=n*B` is een binomiale stochast. Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking van `B` .

Opgave 5

In Voorbeeld 1 wordt met tien dobbelstenen geworpen en let je op het aantal zessen `X` dat boven komt.

a

Waarom is `X` een binomiale stochast?

b

Bereken `P(X=6)` . Bereken deze kans met de hand en met behulp van de grafische rekenmachine. Bekijk eventueel het Practicum .

c

Bereken de kans dat er hoogstens `6` zessen boven komen te liggen.

verder | terug