Hypothese toetsen > Binomiale toetsen
12345Binomiale toetsen

Inleiding

Meestal ga je er van uit dat bij het verwekken van kind de kans op een jongen even groot is als die op een meisje: de kans op een meisje is `50` % is je nulhypothese. Als bij een zekere Nederlandse gemeente in een bepaald jaar `60` % van de geboren kinderen een meisje is dan denk je niet meteen dat de kans op een meisje nu wel `60` % moet zijn geworden, maar je vraagt je wel af of de kans op een meisje in Nederland soms meer dan `50` % is geworden. Zo'n hypothese kun je heel goed toetsen bijvoorbeeld door te kijken naar de geboren kinderen van het volgende jaar. Maar wanneer zeg je nu dat de kans op een meisje niet langer `50` % is?

Je leert in dit onderwerp:

  • hypothesen toetsen met behulp van de binomiale kansverdeling;

  • het begrip significantieniveau;

  • bij een gegeven significantieniveau een binomiale toets uitvoeren.

Voorkennis:

  • werken met binomiale kansverdelingen;

  • de begrippen nulhypothese, alternatieve hypothese en kritiek gebied.

verder | terug