Modelleren > Dynamische modellen
12345Dynamische modellen

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1

In de uitleg wordt dit probleem besproken.

Opgave 2
a

De duur van deze griep is `4` dagen.

b

In de eerste.

c

In die cellen zie je de vertaling naar Excel van de andere twee formules.

d

Doen.

e

Nee, niet erg realistisch.

Opgave 3
a

`0,02` , dus `2` %.

b

Het model wordt bijgesteld naar:
`G(t+1) = G(t) - 0,02*0,5*G(t)`
`Z(t +1) = Z(t) - 0,25Z(t) + 0,02*0,5*G(t)`
`I(t +1) = I(t) + 0,25Z(t)`

c

Doen.

d

In werkelijkheid blijft iemand niet immuun, dus na verloop van een bepaalde tijd moeten de mensen die in de categorie "immuun" zitten weer terug vloeien naar de categorie "gezond" . Dat betekent een bijstelling van de modelformules. Ook kan natuurlijk worden gespeeld met de gekozen kansen. Je kunt dan (zeker met behulp van Excel) snel kijken welke invloed dit heeft op het verloop van het aantal zieken.

e

Vergelijken met een echte griepgolf uit voorgaande jaren, bijvoorbeeld via grotegriepmeting.nl.

Opgave 4
a

Het verversen van het water gaat in feite constant door, niet in vaste stappen.

b

Het eerste uur wordt `60` m3 van de in totaal `1000` m3 vervangen door schoon water. Daarin zit `60` liter chloor.
Aan het begin van het tweede uur is er in totaal nog `940` liter chloor in het bad over. Daarvan verdwijnt in dat uur weer het `60/1000` deel en dat is `56,4` liter.

c

Elk uur verdwijnt het `60/1000` deel van de aanwezige hoeveelheid chloor.

d

Controleer je antwoorden met de Excel-werkblad uit het voorbeeld.

e

Na `12` uur.

f

De verversing gebeurt dan sneller.

Opgave 5
a

De eerste minuut wordt `1` m3 van de in totaal `1000` m3 vervangen door schoon water. Daarin zit `1` liter chloor.
Aan het begin van de tweede minuut is er in totaal nog `999` liter chloor in het bad over. Daarvan verdwijnt in die minuut het `1/1000` deel en dat is `0,99` liter.

b

`C(t+1) = C(t) - 0,001*C(t) = 0,999*C(t)`

c

Pas eventueel het Excel-werkblad uit het voorbeeld aan.

d

Pas het Excel-werkblad uit het voorbeeld aan.

Opgave 6
a

Eigen antwoord.

b

Doen.

c

Pas het Excel-werkblad uit het voorbeeld aan.

d

Pas het Excel-werkblad uit het voorbeeld aan.

e

Pas het Excel-werkblad uit het voorbeeld aan.

Opgave 7
a

Eigen antwoord.

b

Doen.

c

Bevolkingsgegevens zijn vaak alleen gemiddelden over één jaar.

d

Uiteindelijk zal `60` % van de mensen in de stad en `40` % op het platteland wonen in deze regio.

e

`S(t+1) = S(t) + Delta S(t) = S(t) - 0,20*S(t) + 0,30*(100-S(t))=30 + 0,50S(t)`

f

Eigen antwoord.

Opgave 8
a

`1240*1,005^3+50*1,005^2+50*1,005+50 ~~ 1409,44`

b

Doen.

Opgave 9

Noem het aantal bomen B, dan is:

  • B ( t + 1 ) = 0,82 B ( t ) + 1000

  • B ( 0 ) = 5000

Met Excel maak je hierbij snel een tabel.

Opgave 10
a

De toename is recht evenredig met het temperatuursverschil. Dus: T ( t + 1 ) - T ( t ) = c ( 20 - T ( t ) ) .

b

Na 26 minuten is het verschil minder dan 1°C.

c

De grenswaarde vind je als T ( t + 1 ) T ( t ) , dus als (zie a): 20 - T ( t ) 0 . Dit betekent T ( t ) = 20 als grenswaarde.

Opgave 11
a

`K(t + 1) = 1,05 * K(t)` met `K(0) = 5000` .

b

Maak handmatig een tabel of gebruik Excel. Er is sprake van exponentiële groei omdat het aantal konijnen jaarlijks met hetzelfde percentage toeneemt.

c

Gebruik `K(0) = 5000` en `K(1) = 5250` . Als je dit invult, dan blijkt dat `c = 0,000438` .

d

Maak handmatig een tabel of gebruik Excel. Het aantal konijnen kan nu doorgroeien tot net iets minder dan `8000` .

Opgave 12
a

Je krijgt:

  • D ( t + 1 ) = 0,75 D ( t ) + 0,32 L ( t 1 )

  • L ( t + 1 ) = 0,25 D ( t 1 ) + 0,68 L ( t 1 )

b

Doen.

c

Ongeveer 56%.

Opgave 13
a

Zie tabel.

maand geslachtsrijp niet geslachtsrijp totaal
0 1 0 1
1 1 1 2
2 2 1 3
3 3 2 5
4 5 3 8
5 8 5 13
6 13 8 21

Maak een tabel zoals die hierboven.
`A(n+2) = A(n) + A(n+1)` met A ( 0 ) = 1 en A ( 1 ) = 1 .

b

Gebruik je Excel.

c

Na 12 maanden zijn er 233 geslachtsrijpe en 144 niet geslachtsrijpe paren. Er zijn dan 754 konijnen.

Opgave 14
a

Neem `t` in maanden. 0,30% per jaar betekent een groeifactor van ongeveer 1,003 per maand. Dus `S(t+1) = 1,003 * S(t) - 1500` met `S(0) = 1000000` .

b

Gebruik Excel.

Opgave 15
a

Δ N t = N t + 1 - N t = c ( 5000 - N t ) , geeft N t + 1 = 5000 c + ( 1 - c ) N t .

b

Gegeven is nu: N 0 = 1000 en N 1 = 1600 . Invullen in de formule geeft: 1600 = 5000 c + ( 1 - c ) 1000 , dus 4000 c = 600 . Dan is c = 0 , 15 .

d

Maak een tabel bij dit groeimodel en bekijk de groei per jaar. Je ziet dat er vanaf het begin ieder jaar er minder meervallen bijkomen.

verder | terug